Roterende Klopp ziet Liverpool winnen, Son zorgt voor hoogtepunt bij Spurs
Liverpool heeft de koppositie in de Premier League verstevigd. Op bezoek bij Bournemouth boekte de Champions League-winnaar alweer de vijftiende overwinning in zestien duels: 3-0.
Wie in Engeland voetbalt is in deze tijd van het jaar gewend aan het spelen van drie duels in een week. Toch staat Liverpool aan de vooravond van een ongekend druk programma; zo reist de selectie in de komende week af naar Oostenrijk voor het beslissende Champions League-duel met Red Bull Salzburg en reist het een week later naar Qatar voor het WK voor clubs.
Tussendoor staan ook nog gewoon afspraken in de Premier League en de League Cup op het programma.
Rust voor smaakmakers
Dat trainer Jürgen Klopp tegen Bournemouth een paar sleutelspelers rust gaf was dan ook logisch. Zo bleven Sadio Mané en Georginio Wijnaldum het hele duel aan de kant en dat was ook de bedoeling met Trent Alexander-Arnold, maar door een blessure bij Dejan Lovren mocht de rechtsback toch invallen.
Ook zonder die smaakmakers had Liverpool geen enkele moeite met Bournemouth, dat Nathan Aké ook nog eens in de eerste helft geblesseerd zag uitvallen.
Alex Oxlade-Chamberlain maakte 1-0 na een schitterende dieptepass van Jordan Henderson. Kort voor rust zorgde Naby Keïta, die dit seizoen pas 14 minuten speelde in de Premier League, na een heerlijk hakje van Mohamed Salah voor 2-0 en de Egyptenaar maakte na rust op aangeven van Keïta zelf 3-0.
Daarna ging de voet van het gas bij Liverpool. Dat kon, want Bournemouth slaagde er geen moment in gevaarlijk te worden.
Spurs halen uit, Maradona-treffer Son
Tottenham Hotspur haalde in eigen huis uit tegen Burnley: 5-0. Harry Kane was twee keer trefzeker, maar het absolute hoogtepunt was de 3-0 van Son Heung-min na ruim een half uur spelen.
De Zuid-Koreaan kreeg de bal diep op eigen helft, draaide zich knap vrij en begon aan een dribbel tot in het strafschopgebied van Burnley. Onderweg legde hij de ene na de andere opponent in de luren, zoals Diego Maradona bij het WK van 1986 deed tegen Engeland, en ook de afronding mocht er wezen.
Zo herstelde Tottenham zich van de 2-1 nederlaag bij Manchester United en boekte het de vierde overwinning in vijf duels onder José Mourinho.
Fergusons Everton stunt tegen Chelsea
Everton, dat midweeks met 5-2 verloor van stadgenoot Liverpool en daarna trainer Marco Silva ontsloeg, won in het eerste duel onder oud-spits Duncan Ferguson met 3-1 van Chelsea.
Al na vijf minuten kopte Richarlison hard de 1-0 binnen na een prima voorzet van Djibril Sidibe. Die treffer deed dan weer denken aan de doelpunten van interim-coach 'Big Dunc', die in de jaren voor en na de millenniumwissel 253 wedstrijden voor de 'Toffees' afwerkte en als 1,93 meter lange centrumspits wel raad wist met hoge ballen voor de goal.
De met veel passie opererende thuisploeg, die na de 5-2 nederlaag in de derby tegen Liverpool van woensdag nog maar twee clubs onder zich had staan, hield de druk er aanvankelijk goed op, maar langzaam maar zeker werd Chelsea sterker.
De klus voor de gasten uit Londen werd er niet makkelijker op toen kort na rust een hoge bal in de kluts plots voor de voeten van Dominic Calvert-Lewin lag en hij een niet te missen kans kreeg.
Een minuut later al sloeg Chelsea terug via een harde schuiver van buiten de zestien van Mateo Kovacic: 2-1. Een nieuwe poging van afstand van Kovacic zeilde een metertje naast en ook voormalig Vitesse-speler Mount Mason had geen succes. Doelman Jordan Pickford redde op een schot van Cesar Azpilicueta.
Uiteindelijk kreeg Chelsea de deksel op de neus na geklungel in de eigen defensie. Dat begon bij een verkeerde uittrap van doelman Kepa en eindigde met een bijdehante intikker van Calvert-Lewin: 3-1.