Verdachte Joël S.
In samenwerking met
Rijnmond
NOS Nieuws

Zorgcircuit handelde adequaat bij inschatting moordverdachte studente Rotterdam

Zorginstanties in Rotterdam zijn zorgvuldig omgegaan met meldingen die binnenkwamen over de van moord verdachte Joël S.. Dat is de conclusie van een onderzoek dat in opdracht van de gemeente is uitgevoerd. S. heeft bekend dat hij vorig jaar zijn Amerikaanse bovenbuurvrouw heeft omgebracht. Tegen hem werd afgelopen week tien jaar cel en tbs met dwangverpleging geëist.

Op 12 december 2018 werd de 21-jarige Sarah Papenheim met tientallen messteken gedood in Rotterdam-Kralingen. Niet lang daarvoor kwamen bij hulpverleningsinstanties meldingen binnen over het zorgelijke gedrag van S., schrijft Rijnmond.

Op 7 december kreeg het Meldpunt Verwarde Personen een bericht van een ex-vriendin van Joël S. Daarin stond dat Papenheim meer zou kunnen vertellen. Nadat ook de Amerikaanse studente aangaf dat Joël soms agressief was, besloot het wijkteam bij S. langs te gaan.

Seriemoordenaar

Een maatschappelijk werkster en een deskundige van de GGZ gingen op 10 december op bezoek. Zij troffen een jongeman aan die er verzorgd uitzag en goed aanspreekbaar was. De 23-jarige conservatoriumstudent maakte bepaald niet de indruk van een verwarde persoon, oordeelden ze.

Diezelfde dag was er weer contact tussen Papenheim en het wijkteam. Zij vertelde dat S. gezegd had dat hij een seriemoordenaar was. Het wijkteam plande direct een tweede huisbezoek voor een week later, maar twee dagen erna, op 12 december, werd Papenheim omgebracht.

De gemeente Rotterdam liet de gang van zaken onderzoeken. De conclusie luidt dat het Rotterdamse Meldpunt Verwarde Personen en het wijkteam niets te verwijten valt. In het rapport staat dat Papenheim het advies kreeg S. niet te vertrouwen en weg te gaan of 112 te bellen als ze zich niet veilig voelde.

Wel wordt in het rapport geconcludeerd dat de nieuwe privacy-wetgeving en regelgeving het delen van informatie over verwarde personen ernstig bemoeilijkt. Daarvoor zouden formele afspraken moeten worden gemaakt.

Onverteerbaar

In de rechtbank verklaarde S. niet te weten waarom hij Papenheim van het leven heeft beroofd. Hij zei zich niets meer van de steekpartij te kunnen herinneren. Wel vertelde hij dat het al een paar maanden slecht met hem ging en dat hij hallucinaties had. Ook zou hij stemmen hebben gehoord.

De moeder van het slachtoffer laat via haar advocaat aan de NOS weten het niet eens te zijn met de conclusies van het onderzoek. "De zeer zorgwekkende signalen hadden voldoende aanleiding moeten zijn om met spoed een deskundige in te schakelen die wel een diagnose mocht stellen. Het personeel dat zich met de melding bezighield was daartoe niet gekwalificeerd."

Daarnaast vindt ze dat de politie ingeschakeld had moeten worden toen duidelijk werd dat de veiligheid van haar dochter in het geding was. "Dat de politie niet is ingeschakeld, is voor haar nog altijd onverteerbaar", aldus de advocaat.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl