Amsterdam op vingers getikt na sluiten beschoten pand

Burgemeester Halsema mocht het beschoten pand van een schoonmaakbedrijf in Amsterdam niet voor onbepaalde tijd sluiten. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam deze week geoordeeld.

De gemeente moet de eigenaar van het bedrijf een schadevergoeding van 25.000 euro betalen. Ook draait de gemeente op voor de proceskosten, ongeveer 2000 euro.

Het pand werd vorig jaar in augustus per direct gesloten nadat het tientallen keren was beschoten. Aan de achterkant van het pand werd een handgranaat gevonden. Volgens de burgemeester had het incident "een grote impact op de openbare orde en het veiligheidsgevoel".

De eigenaar van het schoonmaakbedrijf stapte naar de rechter. Hij vond de sluiting voor onbepaalde tijd disproportioneel en onvoldoende gemotiveerd door de gemeente, schrijven NH Nieuws en AT5.

Redelijke verhouding

De rechtbank vindt dat de burgemeester slagvaardig moet kunnen optreden en dat er een verhoogd risico op nieuwe incidenten bestond. Maar de rechtbank vindt dat er wel een redelijke verhouding moet bestaan tussen het voorkomen van een nieuwe verstoring, en het belang van de eigenaar. Een sluiting mag daarom "niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk".

Volgens de rechtbank was een sluiting van kortere duur redelijker geweest. Daarbij was de sluiting niet rechtmatig omdat de gemeente dit baseerde op het zogenoemde 'sluitings- en heropeningsbeleid'. Daarin wordt verwezen naar een artikel van de Opiumwet, maar er lijken in dit geval geen drugs in het spel te zijn.