NOS Nieuws

Burgerdoden in oorlogen na 9/11 in VS geen prioriteit 'door angst overheid'

  • Marieke de Vries en Lot Buis

    Bureau Washington

  • Marieke de Vries en Lot Buis

    Bureau Washington

Tijdens de herdenking bij het Pentagon van de aanslagen van 11 september uitte president Trump gisteren dreigende taal in de richting van mogelijke vijanden van Amerika. Hij kondigde aan met harde hand terug te slaan zoals hij dat ook de afgelopen dagen heeft gedaan tegen de Taliban: "Met de aanval van afgelopen week hebben we de vijand harder geraakt dan ooit en we zullen daarmee doorgaan."

Hoe groot die schade precies was, is niet bekendgemaakt. Minister van Buitenlandse Zaken Pompeo had het afgelopen weekend nog over duizend slachtoffers aan de kant van de Taliban.

"Zaten daar ook burgerslachtoffers bij?" Die vraag werd gisteren hardop gesteld tijdens een paneldiscussie bij het Cato-instituut, een conservatieve denktank in Washington. "De stelling dat dat er nul zijn geweest is absurd. Wat zijn de echte aantallen?"

Burgerslachtoffers onbekend

In Washington werd stilgestaan bij alle burgers die zijn omgekomen tijdens de oorlogen in Afghanistan en Irak die volgden na 2001. Op 11 september kwamen 2977 mensen om. Bij de oorlogen die eruit voortvloeiden sneuvelden volgens het Pentagon meer dan 7000 Amerikaanse militairen. Hoeveel onschuldige mannen, vrouwen en kinderen er in de landen die door de Amerikanen werden binnengevallen stierven is onbekend.

"Wij doen ter plekke onderzoek. We spreken met slachtoffers, ooggetuigen en schrijven daar rapporten over die we aan het ministerie van Defensie aanbieden. Het Pentagon doet alleen aan inschattingen, wij doen aan feitenonderzoek", zegt Daphne Eviatar van Amnesty International. "Het is hun missie om de vijand te verjagen, zoals IS of de Taliban. Het is geen prioriteit om over burgerslachtoffers te rapporteren."

Onze oorlogsvoering is steeds geavanceerder geworden. Onbemande drone-aanvallen verhullen het aantal slachtoffers dat we maken.

Daniel Mahanty, directeur van het Center for Civilians in Conflict

Een andere organisatie die ooggetuigenverslagen van slachtoffers vastlegt in de oorlogsgebieden is het Center for Civilians in Conflict. Directeur Daniel Mahanty: "We eren wel de militairen die omkomen in oorlogsgebied, maar gedenken niet de onschuldige slachtoffers die sterven door onze bombardementen."

Volgens Mahanty zorgt de nieuwe manier van oorlogvoeren voor moeilijkheden bij het tellen van het aantal burgerslachtoffers. "Onze oorlogsvoering is steeds geavanceerder geworden. Onbemande drone-aanvallen verhullen het aantal slachtoffers dat we maken. Daardoor lopen we het risico dat we denken te weten hoeveel slachtoffers er zijn gevallen, alleen op basis van schattingen van het Pentagon."

Uit eerdere onderzoeken komen zeer uiteenlopende aantallen naar voren. Van honderdduizend Iraakse slachtoffers in 2004, tot anderhalf miljoen in 2015. Tegenwoordig wordt het aantal van 244.000 slachtoffers in Afghanistan, Pakistan en Irak aangehouden. Dat aantal blijkt uit een onderzoek van The Cost of War Project, een initiatief van Brown University.

De overheid is bang dat mislukte missies en grote aantallen burgerslachtoffers ervoor kunnen zorgen dat het grote publiek het vertrouwen verliest en niet meer achter de overheid staat.

Emily Manna, Open the Government

Om meer duidelijkheid over de aantallen te krijgen is het noodzakelijk dat de bevolking die achterblijft iemand verantwoordelijk kan houden voor de aangerichte schade, stelt Emily Manna van Open the Government, een organisatie die pleit voor een transparantere democratie. "Er is nu geen centraal punt om die schade te melden."

Volgens Manna duikt de Amerikaanse overheid weg voor de verantwoordelijkheid. "Het Amerikaanse volk wordt nu niet geïnformeerd over de aantallen burgerslachtoffers die vallen. De overheid is bang dat mislukte missies en grote aantallen burgerslachtoffers ervoor kunnen zorgen dat het grote publiek het vertrouwen verliest en niet meer achter de overheid staat."

Dat is iets wat de overheid volgens haar koste wat kost wil vermijden. Om die reden is het voor Amerikaanse journalisten ook lastig om informatie te verifiëren en wordt er minder verslag van gedaan. "Je ziet wel dat Amerikaanse media beelden laten zien van burgerslachtoffers bij Russische of Syrische aanvallen. Nooit na Amerikaanse aanvallen." Volgens Manna is het Amerikaanse volk na achttien jaar ook "oorlogsmoe".

Nieuwe wet

Het is niet zo dat de Amerikaanse overheid dit onderwerp compleet negeert. In 2016 is er wetgeving doorgevoerd waarbij meer nadruk ligt op het beperken van burgerslachtoffers. Bijvoorbeeld door er in de planning al rekening mee te houden waar de minste schade aan land en burgers zal worden aangericht.

Volgens Mahanty, directeur van het Center for Civilians in Conflict, is dat een flinke verbetering. Een 'schone oorlog' is volgens hem niet mogelijk, maar dit is een stap in de goede richting. Daphne Eviatar van Amnesty is daar sceptischer over en ziet graag dat Congresleden er bij het Pentagon op blijven aandringen transparant te zijn over de aantallen mannen, vrouwen en kinderen die sterven tijdens aanvallen van Amerika.

Of er ooit duidelijkheid komt over hoeveel burgers er de afgelopen dagen zijn omgekomen bij de aanslag op de Taliban is de vraag. Want, zo zegt Eviatar: "Als wij de overheid vragen naar omgekomen mannen, vrouwen en kinderen wordt ons meestal verteld dat is vastgesteld dat zij bij de vijand hoorden. Verder gaan ze er niet op in."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl