Bijzondere Romeinse voorwerpen opgegraven in Leidsche Rijn
In Leidsche Rijn zijn bij archeologisch onderzoek in verband met de bouw van een nieuwe woonwijk meerdere voorwerpen uit de Romeinse tijd gevonden. Het gaat waarschijnlijk om offergaven die hier tussen circa 40 en 270 na Christus in de rivier de Rijn zijn gegooid, die daar toen nog stroomde.
Bijzonder is volgens archeologen de vondst van twee pijlen die horen bij de manuballista, een draagbaar schietwapen dat geldt als de 'mitrailleur' van de Romeinen en waarmee enkele honderden meters ver kon worden geschoten.
Ook de vondst van twee hoofdstellen van Romeinse cavaleriepaarden is heel bijzonder. Dit type hoofdstel is bekend van afbeeldingen op Romeinse grafstenen, maar werd nog nooit eerder compleet gevonden.
Het paardentuig lijkt opzettelijk in de rivier te zijn gelegd, net als twee kruiken met opvallende inscripties. Een van die kruiken is doorboord en dat wijst volgens de archeologen op een offerhandeling. Ook een serie mantelspelden en een paar vingerringen passen in dat plaatje, want die werden ook gevonden bij andere offerplaatsen uit de Romeinse tijd. Rivieren waren voor de Romeinen gangbare plaatsen om door middel van offers contact te maken met hogere machten.
Romeinse A1
De vondsten worden de komende maanden geconserveerd en verder onderzocht. Bij dat onderzoek zal de vraag centraal staan hoe de objecten in de rivier zijn beland. Medio 2020 worden ze naar verwachting tentoongesteld in Castellum Hoge Woerd, een eigentijdse herbouw van het Romeinse fort (castellum) dat hier vroeger stond, en niet ver van de plaats waar de objecten gevonden zijn.
In Leidsche Rijn worden vaker objecten en bouwwerken uit de Romeinse tijd gevonden. Utrecht lag aan de noordgrens van het Romeinse rijk en de Rijn vormde de grensrivier. Zo werden in 2003 twee goed geconserveerde Romeinse schepen gevonden en vorig jaar werden een Romeinse brug en een weg, bijgenaamd 'de Romeinse A1', door archeologen blootgelegd.