NOS Nieuws

Opkomst van Arabische vrouwelijke politici: soms voor bühne, maar ook effectief

  • Nicole van Batenburg

    redacteur Buitenland

  • Nicole van Batenburg

    redacteur Buitenland

In 2015 werd de Irakese Zekra Alwach de eerste vrouwelijke burgemeester van een Arabische hoofdstad. Twee jaar later, in 2017, werd Lana Nusseibeh uit de Emiraten de eerste Arabische president van de vrouwenorganisatie van de Verenigde Naties. In 2018 volgde de eerste door het volk gekozen vrouwelijke burgemeester: Souad Abderrahim werd burgemeester van Tunis. En enkele maanden geleden kondigde het zeer conservatieve Saudi-Arabië voor het eerst een vrouwelijke ambassadeur aan: prinses Reema bint Bandar Al-Saud werd naar de VS gestuurd.

Deze lijst van politieke primeurs in de regio komt niet uit de lucht vallen, nergens ter wereld stijgt het aantal vrouwen in politieke functies zo hard als in de Arabische wereld.

Dat is ook terug te zien in de toename van het aantal vrouwelijke parlementariërs. Volgens cijfers van de World Bank was in 2005 nog 7 procent van de Arabische parlementariërs vrouw, het allerlaagste percentage ter wereld. Nu is dat aandeel 19 procent. Daarmee komt de regio in de buurt van het mondiale gemiddelde van 23 procent. Algerije, Irak, Djibouti, Soedan, Somalië, Tunesië en de Arabische Emiraten streven dat mondiale gemiddelde zelfs voorbij.

The World Bank

Die groei hebben Arabische vrouwen niet alleen te danken aan westerse invloeden, legt arabist en juriste Laila al-Zwaini uit. "Deels hebben westerse landen wel gehamerd op vrouwenquota. Landen die zich daaraan hielden zagen ook bijkomende voordelen, zoals meer investeringen."

Maar de veranderingen komen volgens Al-Zwaini ook van binnenuit. "Er wordt steeds meer geïnvesteerd in onderwijs en meer politieke bewustwording van vrouwen. Vrouwen putten ook inspiratie uit eerdere emancipatiebewegingen in eigen land en leren via sociale media hoe in de hele wereld vrouwen strijden tegen ongelijkheid en seksisme."

  • Reuters
    Prinses Reema bint Bandar Al-Saud, hier met de Britse premier May, is de eerste Saudische ambassadeur
  • Reuters
    Raya Haffar El Hassan is de eerste Libanese minister van Binnenlandse Zaken
  • Privé/Rana Zakarneh
    De Palestijnse diplomate Rana Zakarneh
  • Intl Peace Institute
    Lana Zaki Nusseibeh uit de Emiraten was de eerste Arabische president van UN Women
  • Reuters
    De Tunesische Souad Abderrahim is de eerste vrouw die gekozen werd als burgemeester van een Arabische hoofdstad

De Palestijnse diplomate Rana Zakarneh noemt nog twee ontwikkelingen binnen de regio. "Er zijn steeds meer feministische groepen actief in de Arabische wereld. Zij focussen steeds meer op de noodzaak van vrouwen bij besluitvorming, en het positieve gevolg dat dat kan hebben voor de economie."

Ten tweede wijst Zakarneh op het feit dat in haar land het stereotype beeld dat vrouwen niet in staat zijn om een land te besturen, langzaam verandert. "Mannen realiseren zich steeds meer dat vrouwen in de politiek belangrijk zijn."

Dat blijkt ook uit onderzoek van de Arab Barometer, die in opdracht van de BBC uitzocht hoe Arabieren denken over vrouwelijke leiders. Het overgrote merendeel van hen, op de Algerijnen na, moedigen het aan dat vrouwen minister of president worden.

Kleinere verschillen

Ook in de praktijk zie je volgens Zakarneh dat Arabische vrouwen door de overheid steeds meer aangemoedigd worden om de politiek in te gaan. "Ook in Palestijnse gebieden was het afgelopen jaar 50 procent van de aangenomen diplomaten vrouw. Er zijn steeds meer hoogopgeleide vrouwen die serieus worden genomen."

Opvallend detail uit het onderzoek van de Arab Barometer: als het gaat om beslissingen nemen binnen het gezin, moedigt minder dan de helft van de ondervraagde Arabieren het aan dat vrouwen die rol op zich nemen.

Bron: Arab Barometer

Herkenbaar, vindt Al-Zwaini. "De neiging bestaat om het bij andere vrouwen goed te keuren, in plaats van bij je eigen vrouw of dochters en omdat meer vrouwen in dit soort functies niet altijd voortkomt uit een verlangen naar werkelijke vrouwenemancipatie."

In Saudi-Arabië zie je bijvoorbeeld ook een duidelijke economische drijfveer, gaat ze verder. "Vrouwen mogen daar nu werken vanwege de noodzakelijke hervormingen van de economie. Ook zijn sommige benoemingen voor de bühne, of zelfs nepotisme. Prinsessen bijvoorbeeld, die opeens ambassadeur worden."

Positieve invloed op maatschappij

Volgens Zakarneh heeft de toename van topvrouwen desondanks een positieve invloed op de samenleving. "Onderwerpen die te maken hebben met de gezondheid en algemene positie van de vrouw worden zowel op de landelijke als op de mondiale agenda gezet. Zo hebben landen met meer vrouwen aan de top bijvoorbeeld minder vaak te maken met inkomensongelijkheid."

Ook Al-Zwaini denkt dat meer vrouwen in politieke functies invloed kunnen hebben op de maatschappij. "Dat ze soms benoemd worden om politieke redenen, betekent niet dat het allemaal niks voorstelt. Het gaat erom hoe vrouwen, eenmaal aan de top, hun functie zelf gaan invullen. Ook als ze ergens zijn gekomen vanwege een politieke agenda, kunnen ze als ze op zo'n plek zitten het verschil gaan maken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl