Een bewoonster van het Haagse Laakkwartier kijkt naar de schade die een gasexplosie aan haar woning heeft aangericht
NOS NieuwsAangepast

Ernstige gasexplosie Den Haag laat zien: gietijzeren leidingen landelijk risico

In Nederland ligt nog 3830 kilometer aan gevaarlijke gasleidingen, en netbeheerders moeten deze leidingen sneller verwijderen. Ook moet meer worden gezocht naar lekken. Dat zijn de conclusies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) naar aanleiding van een ernstige gasexplosie in de kruipruimten van een Haags appartementencomplex, begin dit jaar.

Bij de explosie in januari werden drie appartementen compleet verwoest en raakten negen mensen gewond. Een man lag acht uur onder het puin en moest aan beide benen worden geopereerd. De brandweer noemde het een wonder dat er geen doden vielen.

Het ongeluk gebeurde door een scheur in een gasleiding van grijs gietijzer. Dit materiaal werd tot 1980 veel gebruikt omdat het relatief goedkoop was en makkelijk te verwerken. Dit soort gasleidingen ligt onder de grond en wordt niet in woningen gebruikt. Gietijzer stond bekend als sterk, maar onbuigzaam: bij verzakkende grond en trillingen door werkzaamheden kunnen de buizen breken. Het leggen van nieuwe gietijzeren leidingen is daarom in 1994 verboden. Kunststof (pvc) en staal zijn nu de norm.

Waar liggen de gevaarlijke gasleidingen?

In Nederland gebruiken nog vijf netbeheerders risicogasleidingen. Grijs gietijzer komt het meest voor en is goed voor 3037 kilometer leiding. Dat is zo'n 2,5 procent van het totaal aantal kilometers gasleiding in Nederland. Een ander soort risicoleiding is gemaakt van asbestcement. Daarvan ligt nog zo'n 793 kilometer in Nederland.

Bekijk voor risico's in jouw straat de website van jouw netbeheerder: Stedin, Liander, Enexis, Enduris of Westland Infra. Coteq en Rendo hebben alle gevaarlijke leidingen al verwijderd.

Lekkages uit broos geworden gietijzeren leidingen leidden in 2001 en 2008 ook al tot ernstige explosies, toen in Amsterdamse woningen. Ook daarbij vielen veel gewonden. De Onderzoeksraad voor Veiligheid en zijn voorloper concludeerden dat de leidingen "een onbeheersbaar risico voor burgers vormen".

Dat risico was al jaren bekend bij de netbeheerders. Toch kwam er pas in 2010 een officieel verwijderingsprogramma. Inmiddels is ruim de helft van de gevaarlijke leidingen vervangen. Na de laatste explosie concludeert het SodM evengoed dat dit verwijderingsprogramma, dat in 2029 klaar moet zijn, niet snel genoeg gaat.

'Vervangen kost tijd'

Branchevereniging Netbeheer Nederland zegt in een reactie namens alle netbeheerders dat het "vervangen van een paar duizend kilometer gasleiding tijd kost en volgens plan verloopt". Explosies zijn volgens de branchevereniging "uitzonderlijk" en ook het aantal incidenten is gedaald. Netbeheer Nederland staat open voor maatregelen, waaronder het versnellen van het vervangingsprogramma.

Een belangrijke les na de explosie in de Haagse Jan van der Heijdenstraat is volgens het SodM dat ook gietijzeren leidingen met de risico-indicatie 'laag' en 'midden' potentieel gevaarlijk zijn. Nu wordt het risico ingeschat op basis van criteria, zoals de plaats van de leidingen in bebouwd gebied, de grondsamenstelling en de mate van zakkende grond, bouwactiviteiten of zware belasting door verkeer. Die risico-indeling hangt weer samen met welke prioriteit het verwijderen van de leidingen heeft.

Leidingen in de Jan van der Heijdenstraat waren ingedeeld in de laagste categorie. Dat daar een explosie kon plaatsvinden, toont volgens het SodM aan dat de huidige prioritering moet worden herzien. De toezichthouder raadt aan meer onderzoek te doen naar de invloed van veroudering, trilling en gronddichtheid. Ook het Openbaar Ministerie noemt het "opvallend" dat een laagrisicoleiding kon scheuren, maar stelt na onderzoek dat de Haagse netbeheerder Stedin en andere betrokkenen geen strafbaar verwijt valt te maken.

Haagse netbeheerder te langzaam

Het Staatstoezicht op de Mijnen draagt Stedin in het algemeen wel op zich beter te houden aan de risico-indeling. De laatste jaren gaf Stedin voorrang aan leidingen die makkelijk verwijderd konden worden, omdat er toch al werkzaamheden van anderen zouden plaatsvinden.

Dit 'meeliften' kreeg de overhand op de oorspronkelijke risico-inschatting; gevaarlijke leidingen werden later verwijderd dan minder gevaarlijke. Stedin had al zijn hoogrisicoleidingen in 2016 verwijderd moeten hebben, maar heeft nog zo'n 4 kilometer ervan onder de grond liggen. Ook loopt Stedin in het algemeen achter met verwijderen en verwijdert het bedrijf de leidingen langzamer dan de andere netbeheerders.

Reactie Stedin

In een eerste schriftelijke reactie gaat Stedin niet in op deze kritiekpunten. Wel zegt het bedrijf te bekijken hoe het verwijderingsprogramma versneld kan worden. Omdat het rapport niet duidelijk maakt hoe de scheur in de leiding kon ontstaan, vraagt Stedin om aanvullend onderzoek naar de precieze oorzaak.

"Bij ernstige incidenten is dit van groot belang. Voor de gedupeerden is dit een verschrikkelijke ervaring geweest. Onze aandacht gaat daarom nu eerst uit naar een goede zorg voor de bewoners. Daarnaast is het achterhalen van de oorzaak van belang om nog beter risicoschattingen te kunnen maken waardoor ons gasnet nog veiliger wordt."

De Jan van der Heijdenstraat nu:

De Jan van der Heijdenstraat nu: de gasexplosie heeft een gat geslagen in het huizenblok

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl