Manchester United incasseert opnieuw harde tik in strijd om CL-ticket
Vijf dagen na de kansloze uitschakeling in de Champions League door Barcelona heeft Manchester United zich allesbehalve herpakt in de Premier League. Everton deelde op Goodison Park de volgende mokerslag uit: 4-0.
Waar manager Ole Gunnar Solskjaer zo geprezen werd om zijn resultaten als interim-trainer, gaat het sinds zijn vaste aanstelling van kwaad tot erger bij de Mancunians. Van de laatste vijf officiële duels gingen er zelfs vier verloren.
Hels karwei
Een goed resultaat bij Everton was noodzakelijk om de topvier weer binnen te dringen, de klasseringen die recht geven op een toegangsbewijs voor de Champions League van volgend seizoen. Maar dat wordt nu ineens weer een hels karwei.
De nederlaag van concurrent Tottenham Hotspur inspireerde Solskjaers elftal bepaald niet. Na een waarschuwingsschot van Richarlison was doelman David de Gea een paar minuten later kansloos op een volley van de Braziliaan. Gylfi Sigurdsson ramde voor het halfuur ook de 2-0 binnen.
Rigoureus ingrijpen van Solskjaer in de rust hielp ook niet, want met twee nieuwe krachten binnen de lijnen werden ook goals van Lucas Digne en Theo Walcott geïncasseerd. Anthony Martial en Romelu Lukaku (tegen zijn oude club) kregen daarna namens de bezoekers nog kansen om de pijn te verzachten.
De grootste nederlaag in de Premier League ooit was de 1-6 op 23 oktober 2011 tegen Manchester City, aankomende woensdag de komende tegenstander van Manchester United.
