UCI in beroep in zaak-Contador

De internationale wielerunie UCI gaat bij het sporttribunaal CAS in beroep tegen de uitspraak in de zaak rond Alberto Contador.

De Spanjaard, bij wie clenbuterol in het lichaam werd aangetroffen tijdens een test in de door hem gewonnen Tour de France van 2010, kreeg geen straf opgelegd door de Spaanse wielerunie RFEC.

De UCI, die op 24 februari het dossier ontving van de RFEC, had een maand de tijd om eventueel tegen die uitspraak in te gaan. Na "grondige bestudering" wil het de zaak nu voorleggen aan het CAS.

Volgens Contador zat de clenbuterol in vervuild Spaans vlees, dat hij had gegeten op een rustdag in de Tour. De RFEC accepteerde zijn lezing, waarna hij al snel weer op de fiets kon stappen. In de Ronde van de Algarve maakte hij op 16 februari zijn rentree.

Precedenten

In de zaak zijn tegenstrijdige precedenten. Op 15 maart werd de Australische hockeyster Jane Bennett door haar nationale bond voor twee jaar geschorst nadat zij positief testte op clenbuterol. Een dag later, op 16 maart, volgde een uitspraak van de KNWU, die mountainbiker Rudi van Houts vrijwaarde van straf vanwege eenzelfde positieve test.

"Er zat clenbuterol in Van Houts' lichaam", gaf directeur Herman Ram van de Dopingautoriteit destijds aan. "In dit geval heeft de tuchtcommissie geoordeeld, op verzoek van Van Houts en op advies van de Dopingautoriteit, dat er wel een overtreding was maar dat Van Houts hierover geen verwijt kan worden gemaakt. Daardoor hoeft er geen straf te worden opgelegd."