Met vierde partner in vier jaar gaat Varenhorst op weg naar Tokio

• Joost Smedema

  Redacteur NOS Sport

Niets is zo belangrijk voor een beachvolleyballer als de partner in het veld. Coaches kunnen nog zo veel aanwijzingen geven, tijdens een wedstrijd ben je op elkaar aangewezen. Blindelings vertrouwen is nodig om de wereldtop te halen en daar te blijven. En aan de wereldtop, daar staat Christiaan Varenhorst.

Bij de laatste twee wereldkampioenschappen bereikte hij de halve finales, met verschillende partners nog wel. In 2015 met Reinder Nummerdor, in 2017 met Maarten van Garderen. Afgelopen seizoen vormde Varenhorst een duo met Jasper Bouter. Toch is aan al die samenwerkingen om verschillende redenen een einde gekomen.

Sinds begin dit jaar traint Varenhorst (28) in Den Haag, in de beachhal van Sportcomplex Zuiderpark, met zijn vierde partner in vier jaar tijd. Met Steven van de Velde aan zijn zijde wil Varenhorst naar de Olympische Spelen in 2020.

De weg naar Tokio begint vandaag, met de kwalificaties voor het World Tour-toernooi van Doha, hun eerste gemeenschappelijke toernooi.

Optimistisch

"Aan de ene kant is het heel lastig, aan de andere kant heel fijn", zegt Varenhorst over het steeds weer moeten wennen aan een nieuwe speler naast hem in het veld. "Elke keer voel je het frisse, er is geen verleden waar je rekening mee moet houden. Geen dingen die vastgeroest zijn en moeilijk zijn aan te passen."

Varenhorst is optimistisch en voelt zich sterk, hij is hersteld van een knieoperatie van afgelopen winter. "Het gaat heel goed met me, er is een stukje uit mijn meniscus gehaald. Ik ben nu al twee, drie maanden hard aan het trainen."

Dat doet hij dus met Van de Velde, partner nummer vier in minder dan vier jaar tijd. De eerste wisseling voor Varenhorst vond plaats na het olympisch toernooi van Rio in 2016. Toenmalige partner Reinder Nummerdor beëindigde zijn carrière op 39-jarige leeftijd na uitschakeling in de kwartfinales van zijn vijfde Olympische Spelen.

De zoektocht naar een opvolger bracht Varenhorst bij Maarten van Garderen, een zaalspeler die in de hoog aangeschreven Italiaanse competitie aan de weg timmerde. Met slechts drie maanden ervaring als beachvolleyballer werd het duo Varenhorst/Van Garderen verrassend vierde op het WK in 2017.

Zaal boven zand

De samenwerking verliep goed, beide spelers waren enthousiast, maar Van Garderen verkoos uiteindelijk de zaal boven het zand.

"Ik maakte in die zomer een droomtransfer naar topclub Modena", zegt Van Garderen. "Daarvoor heb ik heel lang veel gedaan en veel moeten laten. Zonder die aanbieding was ik misschien wel blijven beachen. Maar aan de andere kant: als Chris me een jaar later had gevraagd, was ik misschien wel nooit met hem gaan spelen."

Na Van Garderen kwam Varenhorst uit bij Jasper Bouter, maar die samenwerking verliep niet zoals gehoopt. Hun persoonlijkheden lagen te ver uit elkaar. Varenhorst voelde zich niet gelukkig en was toe aan een nieuwe uitdaging. Die kwam er, dankzij Van de Velde.

'Goed in blokken en flexibel'

"Ik heb hem afgelopen zomer al benaderd", zegt de 24-jarige Van de Velde. "Ik had een plan, belde Gijs (Ronnes, de bondscoach, red.) en daarna Chris. Die koos toen nog voor Jasper, maar later kwam hij terug op mijn aanbod."

Het was de boodschap waar Van de Velde op hoopte, ondanks de afwijzing van een paar maanden eerder. "Ik wil graag de volgende stap maken. Ik had een redelijk goed seizoen met Dirk Boehlé, we haalden de NK-finale. Maar ik wil het beste resultaat halen wat mogelijk is. Chris is een grote vent, gigantisch goed in blokken en flexibel voor zijn lengte. Ik zag het gewoon zitten."

Varenhorst en Van de Velde zijn op het oog een atypisch beachduo. Vaak speelt een lange speler aan het net samen met een wendbare verdediger. Zeg maar een specialist in blokkeren en aanvallen, samen met een stofzuiger in het achterveld, die de ballen van de grond moet houden. Maar Varenhorst en Van de Velde zijn allebei blokkeerders.

Het betekende voor Van de Velde (1,99 meter) een omschakeling, hij is nu de verdediger in het nieuwgevormde team. "Het is een grote verandering", zegt Van de Velde. "Als je een blok maakt, heb je een punt. Als verdediger moet je weer opstaan en aan de buitenkant aanvallen. Maar dat is ook leuk. Als verdediger heb je zoveel meer opties."

"Het is wennen, maar we hebben goede coaches", zegt Van de Velde over de hulp die hij krijgt van bondscoach Reinder Nummerdor. Ook daar zit een verhaal aan vast: begin 2014 werd de talentvolle, maar onervaren Van de Velde namelijk gekoppeld aan Nummerdor.

Nummerdor moest, samen met de toen nog 19-jarige Van de Velde, bij de Spelen in Rio de Janeiro de kroon op zijn carrière gaan zetten. Maar na een stroef half jaar in de voorbereiding daarop, koos Nummerdor voor een ander: Varenhorst.

Nu vormt Van de Velde dus een duo met de man die ooit zijn plaats innam op de Copacabana. Het uiteindelijke doel van beide spelers is een medaille op de Olympische Spelen, volgend jaar zomer. Om in Tokio te komen zijn er punten nodig die kunnen worden verdiend in de World Tour-cyclus, te beginnen deze week in Doha.

'Groeicurve doorzetten'

En op het WK komende zomer in Hamburg. "Ik ga weer uit van de finale", lacht Varenhorst, die het lastig vindt om te zeggen hoe ver hij deze week al kan geraken.

"Als je denkt dat het niet kan, denk je in beperkingen en ga je het jezelf onmogelijk maken. Met Van Garderen, die drie maanden ervaring had, stond ik in de halve finales van het WK. Steven heeft veel meer beachervaring, ik denk dat er van alles mogelijk is."

Van de Velde: "We zijn goed genoeg om wedstrijden te winnen en misschien ook al om toernooien te winnen. Als we onze groeicurve doorzetten, valt er zeker wat te verwachten."