Danielle Iwens werkt op de luchthaven bij Brussel en maakte de aanslagen van dichtbij mee
NOS Nieuws

Slachtoffers aanslagen Brussel willen door, 'maar dat lukt zo niet'

Drie jaar na de aanslagen in Brussel voelen slachtoffers zich nog steeds niet geholpen door de Belgische overheid. Een van hen ging vorige maand uit protest zelfs in hongerstaking. De slachtoffers willen vergoedingen van hun verzekeringen en van de Belgische staat, maar pogingen om die te krijgen stranden in een zee van formulieren.

Philippe Vandenberghe zit op een bagagekar op luchthaven Zaventem, bij Brussel. Het is de 25ste dag dat hij op sapjes leeft. Hij begon zijn hongerstaking omdat de Belgische overheid volgens hem niet de juiste medische expertise biedt aan slachtoffers. Hij heeft last van posttraumatische stressstoornis. Zijn PTSS uit zich in nachtmerries, slapeloosheid en angsten.

De slachtoffers kunnen de aanslagen niet loslaten doordat de administratieve rompslomp voortsleept. Voordat ze psychologische hulp of een vergoeding krijgen, moeten verzekeringen en experts dit goedkeuren. Dat duurt lang, vaak jaren.

Bij de aanslagen in Brussel in maart 2016 ontploften rond 08.00 uur twee bommen in de vertrekhal van Brussels Airport. Even later pleegden terroristen ook een aanslag op metrostation Maalbeek. Er kwamen 32 mensen om het leven. De aanslagen werden gepleegd door drie zelfmoordterroristen van Islamitische Staat.

PTSS

Danielle Iwens stond op 40 meter van de explosies op de luchthaven. Ze werkte achter de incheckbalie. Een paar maanden na de aanslag keerde ze terug naar haar post, maar dat valt haar nu steeds zwaarder. Door de knal liep ze gehoorverlies op aan haar linkeroor. Ook zij heeft last van PTSS.

Thomas Spekschoor bezocht Iwens. "Ik zou het heel graag willen afsluiten", zegt ze. "Maar door de gang van zaken lukt dat niet."

'We kunnen dit niet afsluiten zolang al die dossiers nog lopende zijn'

Hongerstaker Vandenberghe werkt als ICT'er op het vliegveld. Toen hij de ontploffingen hoorde, rende hij naar de slachtoffers om hulp te bieden. Tot de hulpverleners na 13 minuten arriveerden, verzorgde hij wonden en deed hij wat hij kon.

Nu, drie jaar later, staat hij te trillen op zijn benen. Het is de vraag hoelang hij zijn hongerstaking volhoudt. Nog één of twee weken, zegt hij zelf. Tot de overheid reageert.

Voor mij is er een leven voor en een leven na 22 maart.

Danielle Iwens

Iwens kent de frustraties en woede van de hongerstaker. "Mensen denken 'get on with your life'. Ik zou dat ook heel graag doen, maar dat is lastig op deze manier. Om de twee weken moeten wij bewijzen dat we slachtoffer zijn."

Ze moet met drie partijen tegelijk contact houden. De arbeidsongevallenverzekering voor de lichamelijke schade, een verzekering voor de psychologische schade en een dossier van de overheid, voor het oorlogspensioen. Tien uur per week is ze naar eigen zeggen kwijt aan de papierwinkel.

"Tot in detail willen de instanties los van elkaar weten wat mij is overkomen. Zo word ik telkens weer geconfronteerd met de feiten. Dat is heel zwaar", verzucht ze. "Voor mij is er een leven voor en een leven na 22 maart. Ik ben niet meer de Danielle, partner en mama die ik was."

Infopunt

Een centraal informatiepunt zou helpen, adviseerde een onderzoekscommissie van het Belgisch parlement al twee jaar geleden. Zo zouden slachtoffers voor alle hulp op één plaats terechtkunnen. De Belgische overheid is ermee bezig, maar het informatiepunt is nog altijd niet geopend.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl