Van Bommel: 'Het team zit niet vast, maar de resultaten zitten wél vast'
Daar waar de voorsprong op Ajax nu nagenoeg onoverbrugbaar had kunnen zijn, geeft de bittere realiteit een heel ander beeld. PSV verspeelde dit kalenderjaar al acht punten en ziet de Amsterdammers volgen op slechts twee punten. "Het team zit niet vast, maar de resultaten zitten wél vast", zegt trainer Mark van Bommel.
Is het team vermoeid? Ontbreekt de vorm bij bepalende spelers? Prikken tegenstanders te makkelijk door de PSV-tactiek heen? Onverstoorbaarheid lijkt in Eindhoven plaats te hebben gemaakt voor kwetsbaarheid.
'Achteraan lopen'
"Vermoeid zijn we niet", aldus Van Bommel op de persconferentie in aanloop naar het uitduel met Excelsior van zaterdagavond.
"Anders kun je niet drie keer terugkomen van een achterstand. En tegenstanders doen niet veel anders, maar wij moeten er telkens achteraan lopen", doelt hij op de duels met Feyenoord (1-1), Utrecht (2-2) en Heerenveen (2-2), waarin PSV telkens op achterstand kwam. "En het is niet zo dat we overhoop gespeeld worden."
Van Bommel staat erom bekend dat hij weinig sleutelt aan zijn basis. Ook de laatste weken bleef hij vasthouden aan een middenveld met Pereiro, Hendrix en Rosario, terwijl talenten als Gakpo en Ihattaren indruk maken bij hun wisselbeurten.
De kans dat (een van) die jonkies binnenkort vanaf het begin zal meespelen, wordt steeds groter. "Ik twijfel altijd over de opstelling", zegt Van Bommel. "Ze doen het uitstekend en geven het elftal altijd wat extra's mee."
Vierde man
Terugkerend thema bij interviews met Van Bommel zijn de onderonsjes met de arbitrage. Ook in het duel met Feyenoord van afgelopen weekend liet de ex-international zich een aantal keer gaan tegen de vierde man.
"Het is niet zo dat ik hem de huid vol scheld. Maar ik kan mij mateloos irriteren", legt hij uit. Daarna schudt hij een reeks voorbeelden uit zijn mouw.
"Tegen Feyenoord zien zowel Gio (Van Bronckhorst, red.) als ik een achterbal. Maar er wordt een cornerbal gegeven. Dan vind ik dat ik iets tegen de vierde man moet zeggen. Als ik het zie, moet hij het ook zien."
"En Feyenoord - Ajax, halve finale beker? Corner of achterbal? Dan word je toch gek als trainer? En de WK-finale in 2010 dan. Corner of achterbal? Je verliest wel de finale, hè. Dan ben je als trainer niet rustig."
Van Bommel refereert nog maar eens aan zijn felle en agressieve karakter als voetballer. "Het lijkt zo alsof ik negentig minuten met die vierde man bezig ben, maar vraag het ze maar, ik kan het goed met hen vinden."