De Zuidas in Amsterdam

Sommige Nederlandse sectoren profiteren van de brexit

Een brexit waarbij de EU en het VK geen akkoord bereiken en de WTO-regels gaan gelden voor de onderlinge handel is niet slecht voor alle sectoren van de Nederlandse economie. Dat blijkt uit een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). De concurrentiepositie van financiële dienstverleners, reisorganisaties en telecombedrijven verbetert dan namelijk.

"De dienstensector kan er iets op vooruitgaan", zegt onderzoeker Mark Thissen van het PBL. "Dat komt doordat de kosten voor hun concurrenten, Britse bedrijven die in de EU diensten aanbieden, omhooggaan. Die krijgen bij zo'n brexit te maken met hogere exporttarieven. En dat geldt niet voor Nederlandse bedrijven die in de Europese Unie actief zijn, dus hun positie verbetert."

Concurrentiepositie landbouw en handel verslechtert

Voor drie van de onderzochte sectoren is het effect op korte termijn dus positief, voor zeven andere sectoren is het effect negatief: de landbouw, voedingsmiddelenindustrie, chemische industrie, meubelindustrie, groothandel, detailhandel en vervoer over land.

Het gaat dan vooral om sectoren die veel producten exporteren naar Groot-Brittannië. "Dit zijn bedrijven die concurreren met Britse bedrijven", aldus Thissen. "En hun concurrentiepositie gaat erop achteruit, omdat zij importtarieven moeten gaan betalen en die Britse bedrijven niet."

Ook sectoren die veel onderdelen uit Groot-Brittannië halen voor het maken van hun eindproduct zien hun concurrentiepositie verslechteren, doordat ze door importtarieven meer moeten gaan betalen voor die onderdelen.

Er zijn ook nog twaalf sectoren waar het brexit-effect maar klein is of de sectoren zijn zelf te klein om een duidelijk effect vast te stellen. Dan gaat het onder meer om de vastgoedmarkt, eet- en drinkgelegenheden en de elektrotechnische industrie.

Grote provincies minder last

Het PBL keek ook naar de effecten voor afzonderlijke provincies. Voor alle provincies betekent een brexit waarbij de WTO-regels van kracht worden een verslechtering van hun concurrentiepositie.

Wel hebben de economisch grotere provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant) minder last van zo'n brexit dan economisch kleinere provincies. Dat komt doordat bedrijven daar vaker concurreren met andere bedrijven vlakbij en ook meer dingen inkopen bij toeleveranciers in de buurt. Hierdoor concurreren ze minder vaak met Britse bedrijven en zijn ze minder afhankelijk van Groot-Brittannië. Ook zitten er in deze provincies meer bedrijven in de dienstensector, die gemiddeld genomen hun concurrentiepositie versterken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl