NOS Nieuws

Kinderen slordiger met pinnen, ouders betwijfelen of ze het veilig doen

Steeds meer kinderen pinnen en ze doen het ook steeds vaker, maar ze gaan er tegelijk ook veel nonchalanter mee om. Bijna een op de drie kinderen kent de pincode niet uit het hoofd en ouders weten niet meer zo zeker of hun kind wel veilig pint. Dat blijkt uit het Kinderonderzoek 2018 van het Nibud. Het instituut, dat voorlichting geeft over geldzaken, vindt dat zorgwekkend.

Het aantal kinderen vanaf tien jaar dat zelfstandig pint is in vijf jaar tijd gestegen van 17 naar 31 procent. Het percentage kinderen dat de pincode uit het hoofd kent is juist met 16 procent gedaald, van 78 naar 62 procent.

Minder ouders dan voorheen weten zeker dat hun kinderen veilig pinnen en dat er niemand meekijkt. Vijf jaar geleden dacht 90 procent dat nog zeker te weten, nu is dat gezakt naar 72 procent.

Uitleggen, voordoen, meekijken

Van de kinderen van 10 jaar en ouder heeft inmiddels driekwart een eigen bankrekening; de helft daarvan heeft geen pinpas. 37 procent van deze leeftijdsgroep heeft een geactiveerde pinpas en ruim de helft pint zelf weleens, meestal als de ouders er bij zijn. Veel ouders vinden kinderen nog te jong om zelf te laten pinnen.

Bijna de helft van de ouders van kinderen met een bankrekening kijkt mee naar de bij- en afschrijvingen, en vooral bij kinderen jonger dan tien jaar. Bij kinderen ouder dan tien jaar doet minder dan een derde van de ouders dat nog. Driekwart van de ouders vindt niet dat hun kind makkelijker geld uitgeeft met de bankpas, maar ouders met een laag inkomen vinden dat juist weer wél.

Volgens het Nibud moeten kinderen vanaf tien jaar leren om te pinnen. Ouders moeten de kinderen uitleggen hoe het werkt, het voordoen en meekijken met de kinderen. Vanaf de middelbare school kan bijna niks meer zonder pinpas betaald worden en dan is enige ervaring met zelfstandig en veilig pinnen belangrijk. Veilig omgaan met geld voorkomt financiële problemen, aldus het Nibud.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl