Olympische zeilers zoeken op skûtjses naar teamgeest en succesformule
Drie keer goud, twee keer zilver en een keer brons. De Nederlandse zeilploeg presteerde afgelopen zomer beter dan ooit op de WK en dat kan zomaar komen door vernieuwende ideeën van het Watersportverbond, zoals de 'Indába'.
Indaba is een uit Zuid-Afrika afkomstige term, die verwijst naar een belangrijke bijeenkomst van stamhoofden waarbij kennis en ervaringen worden uitgewisseld. Met diezelfde insteek bracht het Watersportverbond de Nederlandse zeilploeg vier dagen bijeen. Een unieke ervaring voor de zeilers die vaak solo opereren en niet gewend zijn in teamverband te trainen.
Alleen de coaches waren vooraf op de hoogte van het programma. "Uiteindelijk moet je gewoon overleven. Hoe zwaarder we het hier maken, hoe beter ze zijn voorbereid op WK's of Olympische Spelen. Winnen zit 'm in de beste voorbereiding", aldus bondscoach Aaron McIntosh.
Skûtsjes en escaperoom
De olympische ploeg werd aangevuld met jonge talenten. Overdag moesten ze fysiek aan de slag - zoals zeilen op een traditioneel Fries skûtsje of lange stukken fietsen - en 's avonds werden ze mentaal getest in bijvoorbeeld een escaperoom.
Jaap Zielhuis, hoofdcoach van het Watersportverbond: "We maken eerst mensen moe en laten ze dan moeilijke dingen doen. Dat is een garantie voor conflicten en narigheid. Dan kijken we: hoe gaan ze daarmee om?"
Vermoeidheid beïnvloedt de besluitvorming. Het Watersportverbond wil dat de talenten daarin leren van de winnaars. "We hebben met Dorian van Rijsselberghe en Marit Bouwmeester zoveel ervaring in de ploeg. Een succesvolle cultuur zal leiden tot succes", doceert McIntosh.
Positieve reacties
Gelet op de reacties van de zeilers is de Indaba voor herhaling vatbaar. "Ik vind het superleuk. Het is zwaar, maar ik hou er wel van als het een beetje oncomfortabel wordt", zegt Kiran Badloe, die WK-zilver pakte bij het windsurfen.
