NOS Nieuws

Ministerie handelde 'onbehoorlijk' bij drugsonderzoek WODC

Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft een aantal keer "niet behoorlijk" of "onbehoorlijk" gehandeld door zich te bemoeien met wetenschappelijke drugsonderzoeken. Dat is de conclusie van onderzoek naar de WODC-affaire, waarin sprake was van ongeoorloofde bemoeienis van het ministerie met een aantal rapporten van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Volgens de onderzoekscommissie onder leiding van Jacques Overgaauw, voormalig vicepresident van de Hoge Raad, zijn de uitkomsten van de drugsrapporten ondanks de bemoeienis van het ministerie eerlijk en zorgvuldig. De voorzitter zei zelfs dat de kwaliteit van de rapporten is verbeterd en "nergens negatief beïnvloed". Maar de commissie betreurt toch de gang van zaken. Het onderzoeksinstituut moet onafhankelijk kunnen werken.

Bij een onderzoek van het WODC dat 'Internationaal Recht en Cannabis' heet, ging het drie keer mis. "Het betrof incidenten die plaatsvonden onder hoge druk in een politiek gevoelig dossier."

'Toch betrouwbaar'

In een van die drie gevallen heeft een directeur van het ministerie van J&V een vertrouwelijk concept van een onderzoek gelezen en erop aangedrongen om een passage te schrappen. De commissie vindt desondanks dat de betrouwbaarheid van dit onderzoek niet in het geding is.

De affaire kwam aan het licht door klokkenluider Marianne van Ooyen. Zij klaagde in 2014 over bemoeienis van het ministerie met onderzoeken van het WODC. Het programma Nieuwsuur kreeg haar interne klacht eind vorig jaar in handen en bracht de zaak naar buiten. Minister Grapperhaus stelde vervolgens drie onderzoekscommissies in.

Van Ooyen kreeg het rapport van de commissie-Overgaauw gisteravond toegestuurd. In een eerste reactie zegt ze het rapport "eenzijdig" te vinden. "De commissie heeft er onvoldoende oog voor dat een onderzoeker onafhankelijk van beleid zijn werk moet kunnen doen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl