NFI past werkwijze aan na melding over mogelijke fouten
De werkprocessen bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) worden verbeterd. Minister Grapperhaus schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat dit gebeurt op basis van de aanbevelingen van een onafhankelijke commissie. Die werd ingesteld nadat er een melding was gemaakt van mogelijke fouten bij onderzoeken naar moorden.
De regels worden aangescherpt voor een onderzoeksmethode die sinds 2008 wordt toegepast naar geweld aan het skelet of weefsel van slachtoffers, meestal steek- en slagwonden.
"Forensisch bewijs is cruciaal voor de opsporing en de rechtspleging in Nederland. Forensisch onderzoek moet ook boven elke twijfel verheven zijn", schrijft Grapperhaus in de brief.
De fouten zouden gemaakt zijn bij onderzoek naar dodelijke slachtoffers van steek- en slagwonden. Het is niet precies bekend wat er toen misging, maar een medewerker van het NFI voelde zich genoodzaakt om als klokkenluider naar buiten te treden.
De Nederlandse Vereniging voor Strafrecht Advocaten vond dat de minister alarm had moeten slaan.
Grapperhaus wijst er in de brief op dat het NFI al maatregelen heeft genomen. In april kondigde de minister aan dat de onderzoekscommissie, bestaande uit drie hoogleraren, al een tijdje bezig was.