Deze Nederlandse kweekburger was in 2013 de eerste ter wereld
NOS Nieuws

Vleeskwekers zijn steeds verder, maar de weg naar het schap is nog lang

Het is alweer vijf jaar geleden dat de Nederlander Mark Post in Londen de eerste hamburger uit kweekvlees ter wereld presenteerde. De burger kwam uit een Nederlands laboratorium, gekweekt uit stamcellen uit de spieren van een koe. Het was het allereerste gekweekte vlees ter wereld, bedoeld als oplossing voor milieuproblemen en dierenleed. Maar vijf jaar later liggen er nog geen kweekburgers in de supermarkt. Hoe zit dat?

Aan het onderzoek naar kweekvlees heeft het in ieder geval niet gelegen, bleek vandaag bij een bijpraatsessie van 'vleeskwekers' met Kamerleden. Wereldwijd zijn er veel wetenschappers en zo'n dertig start-ups mee bezig. Maar er zijn obstakels die de grootschalige introductie van vlees uit het laboratorium hier vertragen. We nemen er drie onder loep.

Dierlijk of plantaardig?

Wetenschappers wezen er tijdens de hoorzitting op dat bij de ontwikkeling van kweekvlees serum wordt gebruikt uit het bloed van ongeboren kalfjes. Het gaat vooral om kalveren uit landen met een hoge vleesproductie, zoals Brazilië en Nieuw-Zeeland. Als in slachthuizen wordt ontdekt dat een koe drachtig is, wordt van de foetussen bloed afgenomen voor serum. Daarin zitten namelijk hormonen waarmee de stamcellen van een dier kunnen uitgroeien tot het weefsel dat aan de basis ligt van kweekvlees.

Volgens Nienke van den Akker, die aan de Universiteit Maastricht werkt aan de ontwikkeling van kweekvlees, is het vervangen van zulke dierlijke elementen in het productieproces een belangrijk speerpunt. "Pas als de productie volledig diervrij is, kunnen we op grotere schaal vlees gaan kweken."

Maar volgens de aanwezige ondernemers bestaan er al plantaardige alternatieven voor kalfserum, alleen kunnen die vanwege bedrijfsbelangen niet openbaar worden gemaakt. En de alternatieven werken vaak nog niet optimaal, zegt Peter Verstrate van de Nederlandse start-up Mosa Meat. Dat bedrijf maakte in 2013 de eerste kweekburger ter wereld. Verstrate denkt dat de productie van kweekvlees binnen anderhalf jaar serumvrij kan zijn. "Daar moet zeker nog in geïnvesteerd worden."

'Sexy' kweekvlees

Volgens de ondernemers moet Nederland de ontwikkeling van kweekvlees stimuleren door "er met gestrekt been in te gaan" en voorop te durven lopen. "Kweekvlees moet vanzelfsprekender worden", zegt Ira van Eelen, dochter van 'kweekvleespionier' Willem van Eelen.

Van Eelen wijst erop dat er wereldwijd nu al zo'n dertig bedrijven zijn die zich bezighouden met het op de markt brengen van kweekvlees. Volgens Daan Luining, bestuurder bij een Nederlandse kweekvlees-start-up, dreigen de Verenigde Staten, Israël en Japan het pioniersstokje van Nederland over te nemen. "Nederland is het aan zijn stand verplicht om die leiderschapsrol terug te pakken."

"De volgende stap is zorgen dat het sexy wordt om je te specialiseren in het maken van kweekvlees in plaats van om dokter worden", zegt ook Ira van Eelen. Net als andere ondernemers roept zij de Nederlandse overheid op om te investeren in kennis en onderwijs over kweekvlees.

Veiligheidsregels

En dan is er nog de veiligheid. Onderzoekers en ondernemers zijn het erover eens dat kweekvlees veilig kan zijn, maar als er straks een definitief en uitontwikkeld recept is, moet dat nog wel uitgebreid getoetst worden voordat het vlees naar de schappen kan. Dat loopt via de zogeheten 'novel food verordening', die geldt voor de hele Europese Unie. Na controle en beoordeling stemmen de EU-lidstaten over een eventuele toelating tot de hele Europese markt.

Volgens het ministerie van Volksgezondheid voldoet kweekvlees nu nog niet aan de EU-regelgeving voor voedselveiligheid. Het mag daarom niet worden verhandeld of geproefd in restaurants. Wel kunnen nieuwe producten, zoals kweekvlees, in een "gecontroleerde experimentele proefopzet" getest worden, net zoals bij een klinisch onderzoek naar medicijnen.

Dat is nu dus nog niet aan de orde. De ondernemers verwachten wel dat ze hun kweekvlees binnen enkele jaren zodanig doorontwikkeld hebben, dat ze (kleinschalig) de markt op kunnen. Ze hopen dat de Nederlandse overheid in de tussentijd alvast goodwill in Europa kan kweken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl