O'Flanagan na Iers hockeysprookje weer terug op aarde

De Ierse hockeyster Anna O'Flanagan, in dienst van het Amstelveense Pinoké, waande zich een maand geleden in een heus hockeysprookje. Zondagmiddag keerde ze terug in de hoofdklasse en nog altijd zorgen de beelden van de gekte in Ierland voor een glimlach op haar gezicht.

Jaarlijks moeten de Ierse hockeysters 500 tot 600 euro overmaken om hun land te vertegenwoordigen. Het staat in schril contrast met hoe het er in de grote hockeylanden, waar de speelsters wél worden betaald, aan toe gaat.

En toch schopte Ierland het begin augustus tot de finale van het WK, waarin Oranje veel te sterk was. "Iedereen heeft het over hockey en daar gaat het ons om", aldus O'Flanagan, die over is gekomen van Bloemendaal.

Bij terugkomst in Ierland werden de Ierse hockeysters, die het land voor het eerst in een WK-finale vertegenwoordigden, door zeven- tot tienduizend fans onthaald. En dat terwijl de mensen tot voor kort nog niet echt omkeken naar hockey.

Iedereen wil nu wat weten van de hockeysters en ze zijn zelfs door president Michael D. Higgins uitgenodigd om met de familie te komen lunchen. "Het is een gekkenhuis en ik kan het af en toe zelf nog niet geloven", aldus O'Flanagan.

Vrijdag wacht O'Flanagan eerst een lunch met de president en twee dagen later komt Hurley op bezoek. Zondag verloor ze met 3-0 van Oranje-Rood. Ze is weer terug op aarde.