Woonwagenbewoner Piet dolblij: 'Eindelijk luistert de overheid eens'

Het is het beste nieuws in 100 jaar tijd, zegt woonwagenbewoner Piet van Assendorp. Hij kreeg vandaag te horen dat gemeenten moeten stoppen met het uitsterfbeleid van woonwagenkampen. "De overheid heeft eindelijk eens naar ons geluisterd. Het is een historisch moment, ze hebben ons overal bij betrokken", zegt Van Assendorp enthousiast.

Van Assendorp maakt zich al jaren hard voor een nieuw woonwagenbeleid. Tot eind jaren 90 was er niets aan de hand, maar daarna werd alles op alles gezet om de woonwagenkampen zo klein mogelijk te maken, zegt hij. "De afgelopen jaren kreeg je gewoon geen standplaats (voor een woonwagen, red.). Als mijn kinderen een standplaats zouden willen, moesten ze op de wachtlijst. Voor een regulier huis zou dit 6 tot 8 jaar duren, voor een standplaats was dit 20 jaar."

Uiteindelijk vond zijn zoon een eigen woonwagen:

Van Assendorp gaat ervan uit dat dat nu minder wordt. "Je wilt gewoon behandeld worden als een normaal mens."

Het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman hebben gezegd dat het terugbrengen van het aantal standplaatsen voor woonwagens in strijd is met de wet. Daarom moet er nu meer ruimte worden geboden aan woonwagenbewoners.

Een heel positief geluid voor Van Asseldorp. "Wij zijn gewend om van generatie op generatie in familieverband te leven. We wonen altijd met de familie samen." Dat is heel belangrijk, vindt hij. "We reisden vroeger rond en dan was je op elkaar aangewezen. Die traditie willen wij blijven voortzetten."

Het ministerie van Binnenlandse Zaken komt met een nieuw woonwagenbeleid. Van Assendorp hoopt dat hij zijn caravan mag houden. "Een stenen huis? Absoluut niet. Worden we er betere mensen van als we in een stenen huis wonen? Ligt het nou aan de woonvorm of aan de mens zelf?" Nee, Van Assendorp hoort bij en ín de woonwagens. "Dat zit gewoon in je. Die woonwagen heb gewoon iets. Geeft je het gevoel van vrijheid. Dat je ooit nog eens weg kan. Het is gewoon onze cultuur. Traditie. We moeten niet in die verstening trappen!"