Antoine Griezmann en Kylian Mbappé in innige omhelzing na een goal in het duel met Uruguay

Laat de Franse ploeg de tijden van Platini en Zidane herleven?

Na de Europese titels van 1984 en 2000 en de wereldtitel van 1998 gloort er voor het Franse voetbalteam opnieuw een hoofdprijs aan de horizon. Daarvoor zijn op het WK in Rusland nog twee zeges nodig, om te beginnen vanavond tegen België.

In Frankrijk wordt wel gediscussieerd over welk team beter was: de Europees kampioen van 1984 of de wereldkampioen van 1998, die het twee jaar later nog eens dunnetjes overdeed met de Europese titel in De Kuip. Het is aan de huidige ploeg van bondscoach Didier Deschamps om het debat verder op te voeren.

"Frankrijk is van de vier halvefinalisten de topfavoriet voor de wereldtitel", meent sportjournalist Jurriaan van Wessem, kenner van het Franse voetbal. "Het is een degelijke, goed doordachte ploeg met een aantal spelers van hoog niveau. In de groepsfase hebben ze heel zuinig gespeeld, maar in de achtste finale tegen Argentinië en de kwartfinale tegen Uruguay was het natuurlijk uitstekend."

Het magische vierkant van 1984

Over één ding zijn de meeste Fransen het wél eens: de ploeg van 1984 had het beste middenveld uit de geschiedenis. "Michel Platini was voor het toernooi al de held en bleef dat ook", aldus Van Wessem. "Maar het draaide vooral om Le Carré Magique, het magische vierkant Luis Fernández, Jean Tigana, Alain Giresse en natuurlijk Platini."

Michel Platini en bondscoach Michel Hidalgo na de EK-finale in 1984

Het EK in eigen land - met destijds slechts acht landen - werd het toernooi van Platini. De aanvoerder werd topscorer met negen doelpunten in vijf wedstrijden.

In de groepsfase was Platini matchwinner tegen Denemarken (1-0) en was hij goed voor hattricks tegen België (5-0) en Joegoslavië (3-2). In de legendarische halve finale tegen Portugal (3-2 na verlenging) maakte Platini in de 119de minuut het winnende doelpunt en in de finale tegen Spanje (2-0) schoot hij na een klein uur uit een vrije trap de 1-0 binnen, overigens wel dankzij gestuntel van doelman Luis Arconada.

De verloren titel van 1982

De Fransen zelf hebben het overigens nog liever over de WK-ploeg van 1982. Toen bleven Les Bleus in de halve finales steken na een 3-3 gelijkspel en strafschoppen tegen West-Duitsland. Een wedstrijd die vooral in het geheugen staat door de wanstaltige actie van de Duitse keeper Toni Schumacher, die Patrick Battiston uit de wedstrijd torpedeerde.

"Dat was volgens de Fransen de ploeg die wereldkampioen moest worden. Maar door het incident met Battiston konden ze niet meer wisselen en liepen ze de finale mis. Het EK was twee jaar later een walk-over; het parcours van het toernooi in eigen land was gemaakt om de titel te winnen."

  • NOS
    De opstelling van Frankrijk in de EK-finale van 1984
  • NOS
    De opstelling van Frankrijk in de WK-finale van 1998
  • NOS
    De opstelling van Frankrijk in de EK-finale van 2000
  • NOS
    De opstelling van Frankrijk in de kwartfinale tegen Uruguay in 2018

De wereldtitel voor Frankrijk kwam er uiteindelijk wel: veertien jaar later bij het WK in eigen land. "Dat was een heel ander soort team. Die ploeg was speciaal door bondscoach Aimé Jacquet gebouwd om het doel te bereiken. Ongeveer zoals België het dit WK doet: per wedstrijd de tactiek kiezen om verder te komen."

De blauwdruk van 1998

Het team van 1998 is ook veel beter te vergelijken met het huidige Frankrijk, vindt Van Wessem. "Maar dat is ook logisch: Deschamps was toen de kapitein op het veld en nu de bondscoach langs de lijn. Hij heeft zijn team gemodelleerd naar de ploeg uit 1998. In een 4-2-3-1-opstelling. En dat betaalt zich ook uit."

"Als je de twee elftallen op elkaar legt, kun je zeggen dat N'Golo Kanté de nieuwe Deschamps is, Paul Pogba is Christian Karembeu, Kylian Mbappé is Youri Djorkaeff en valse spits Antoine Griezmann is Zinédine Zidane. Olivier Giroud is nu de diepe spits, maar die is eigenlijk veroordeeld om niet te scoren", verwijst Van Wessem naar de spitsen Bruno Bellone in 1984 (één EK-goal) en Stéphane Guivarc'h (nul WK-goals) in 1998.

Zinédine Zidane koestert de wereldbeker in 1998

Waar Platini de held van '84 was, was Zidane de held van '98. Maar dat had hij vooral te danken aan zijn twee rake kopballen in de met 3-0 gewonnen finale tegen Brazilië. Lange tijd was Zidane zelfs de anti-held: na een rode kaart in het groepsduel met Saudi-Arabië wegens natrappen zat hij twee WK-wedstrijden op de tribune.

Mbappé de nieuwe ster

Maar wie is, na Platini en Zidane, nu de superster van Frankrijk? "Je zag in het duel met Uruguay vooral het collectief uitblinken. Kanté, Pogba, Griezmann, de uitstekende keeper Hugo Lloris en het sterke blok met Umtiti en Varane. Maar natuurlijk is Mbappé de grote ster, als nieuw, fris gezicht."

De opkomst van Kylian Mbappé roept bij Van Wessem herinneringen op aan Thierry Henry en David Trezeguet in 1998. "Net als Mbappé werd Henry anderhalf jaar voor het WK ineens bij AS Monaco gelanceerd als topvoetballer. En Trezeguet brak minder dan een jaar voor het WK op sensationele wijze door. Maar bondscoach Aimé Jacquet durfde ze niet in de basis te zetten."

Giroud: ik had Henry liever aan onze kant gehad

Deschamps heeft geen enkele moeite met een basisplaats voor de 19-jarige Mbappé. En met succes: hij lijkt - tot nu toe - op het WK de rol te vervullen die Lionel Messi en Cristiano Ronaldo eigenlijk voor zichzelf hadden ingevuld.

Het broeit in Frankrijk

Van Wessem, al jarenlang woonachtig in Monaco, heeft het enthousiasme in Frankrijk voor het nationale team sinds de achtste finales zien groeien. "De eerste weken was er wel kritiek. Tegen Peru was het spel te afwachtend en het duel met Denemarken was natuurlijk een aanfluiting", haalt hij de afsluitende wedstrijd in de groep aan toen beide ploegen tevreden op een remise afstevenden.

Wisseling van de wacht: Lionel Messi feliciteert Kylian Mbappé

"Maar sinds de kwartfinales is het gaan leven en broeien en zijn de eerste Franse vlaggen in het straatbeeld te zien. Ook de mensen die niet van voetbal houden, bemoeien zich nu met het WK."

De vraag is nu hoe Frankrijk de sterke Belgen te lijf zal gaan. Van Wessem verwacht dat beide landen afwachtend zullen spelen. "En daar is Frankrijk beter op ingespeeld. De Fransen zijn geduldiger. Ze zeggen hier dat je van België niet mag verliezen. Het is wel een goede ploeg - dat pompen de Franse media nu ook op - maar het blijft toch het kleine broertje."

"In L'Équipe stond het mooi beschreven: het is voor de Belgen alsof ze met de reis van hun leven bezig zijn en eindigen op een strand op de Seychellen, en dan komt ineens de buurman naast ze zitten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl