Op het WK is de hand voor de mond niet meer weg te denken
Er is eigenlijk geen speler meer op dit WK voetbal die het niet doet: de mond bedekken als hij iets bespreekt op het veld. Uit vrees dat een liplezer anders zijn woorden wereldkundig maakt. Overdreven gedoe of een noodzakelijk kwaad?
Vreemd is de achterdocht van voetballers in ieder geval niet. Voetbalwedstrijden worden nauwgezetter gevolgd dan ooit. Elk duel op het WK in Rusland wordt vastgelegd met 37 camera's. Ieder overleg of onderonsje komt in een hagelscherpe close-up in beeld.
Zelfs met de hand voor de mond zijn spelers niet meer veilig voor liplezers, ontdekten Real Madrid-verdediger Pepe en Barcelona-vedette Messi tijdens een pikant, verdekt gesprek tijdens een editie van El Clasico in 2014.
"Je bent altijd bang voor mij", zou Pepe tijdens de wedstrijd tegen Messi hebben gezegd volgens een liplezer die door de Spaanse krant Sport was ingeschakeld. Messi reageerde vilein: "Dankzij mij sta je nog op foto's na wedstrijden, omdat ik altijd tegen je scoor."
Het zijn precies de gesprekken die voetballers liever onder de radar houden, omdat het voor onnodige relletjes zorgt. De liplezer ligt anno 2018 altijd op de loer. Ook buiten de voetbalvelden, tot in de Tweede Kamer, waar tegenwoordig geregeld met de hand voor de mond wordt overlegd.
Een zenuwachtige Prins Harry was het twee maanden geleden even vergeten bij zijn huwelijk. Meteen wisten miljoenen Britten dankzij de liplezer die de BBC had ingehuurd wat hij naar zijn Meghan Markle fluisterde toen hij haar zag: "Je ziet er geweldig uit".
Zuid-Amerikaans fenomeen
De Britse tabloid The Sun vroeg vorig jaar communicatieadviseur Phill Hall, die in de Engelse Premier League werkte bij topclubs en tal van topspelers en -managers adviseerde, naar het ontstaan van het fenomeen in het voetbal.
Volgens hem is het komen overwaaien uit Zuid-Amerika, waar tv-stations al jaren doven inhuren om die live mee te laten kijken met wedstrijden. Spelers gingen daardoor hun mond meer en meer bedekken.
De rest van de wereld zag de trend op het WK in 2014 voor het eerst. Niet verrassend bij Brazilië, dat vanaf wedstrijd één een dramatisch toernooi kende in eigen land.
De informatie van liplezers, die voor Braziliaanse tv-zenders alle wedstrijden en trainingen bekeken, gooiden alleen maar meer olie op het vuur. Tot ergernis van bondscoach Scolari, die zijn spelers tipte zich met de hand voor de mond te wapenen tegen liplezers.
Het advies wordt door de Brazilianen tot op de dag van vandaag opgevolgd en is na het WK door tal van spelers overgenomen. Met name in de Spaanse, Italiaans en Engelse topcompetities, waar voetbalmedia onophoudelijk zoeken naar frictie.
Zo'n beetje elke superster, van Lionel Messi en Cristiano Ronaldo tot Neymar, praat op het veld met de hand voor de mond. Volgens PR-adviseur Hall wordt het in Europa spelers niet geadviseerd om op die manier te praten. "Ze apen elkaar na", zegt hij.
Een van zijn spelers zei hem dat hij het niet eens deed om liplezers het werk moeilijk te maken, maar simpelweg om beter verstaanbaar te zijn op het veld. Met de hand voor de mond kon hij zijn stem in een luidruchtig stadion beter richten.
Het blijft gissen
Ook met de beste liplezers blijft het gissen naar wat spelers precies tegen elkaar zeggen, zegt logopedist Esther van Rems-Dijkstra. Ze runt met haar man een praktijk in het Friese Bolsward en geeft daar doven en slechthorenden les in spraakafzien, zoals liplezen formeel heet.
"Het is een misverstand dat je lippen letterlijk kunt lezen", benadrukt Rems-Dijkstra. "Een scheldwoord is nog wel makkelijk te herkennen, net als medeklinkers. Bij klinkers wordt het al lastiger en het verschil tussen een B of P en S of Z is nagenoeg niet waarneembaar."
Bij liplezen zijn andere zaken daardoor net zo belangrijk. Zoals lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en in het bijzonder de context waarin iets wordt gezegd. "Als je die niet precies weet, blijft het gokken."