NOS VoetbalAangepast

Andere Tijden Sport: de duivelse dilemma's van Dries Boussatta

Dries Boussatta, rechtsbuiten van FC Utrecht en AZ, was in 1998 de eerste voetballer van Marokkaanse afkomst in het Nederlands elftal. In zijn derde interland nam hij het in Arnhem op tegen uitgerekend Marokko.

Andere Tijden Sport blikt terug op die memorabele wedstrijd met Boussatta, zijn omgeving én de fans die hem uitfloten.

Dries Boussatta

Er zit een man in de bus naar Arnhem. Zijn knie wiebelt een beetje. Af en toe gaat er een rilling over zijn rug van opwinding. Hij glimt van trots.

Dertig jaar eerder was Amar Boussatta van Marokko naar Nederland gekomen. Tijdelijk, als gastarbeider. Hij maakte dagen van zestien tot achttien uur in de fabriek om zijn gezin te steunen. Maar tijdelijk werd permanent en de man zag zijn kinderen opgroeien in De Baarsjes in Amsterdam-West.

Vaak had hij zich zorgen gemaakt over zijn zoon Driss, die altijd maar op dat Balboaplein rondhing. Voetballen, altijd maar voetballen. En wie weet wat die jongen nog meer uitvrat. Maar vanavond zijn alle zorgen vergeten.

Vanavond gaat hij zijn zoon zien schitteren in het grote Oranje, nota bene tegen Marokko, het land van zijn voorvaders. Die glimlach zit op zijn gezicht gebeiteld. Hij heeft het gemaakt. Wij hebben het gemaakt.

Ssssst.....

"Landverrader!", klinkt het opeens achterin de bus. Het rumoer wordt luider. "Hoe haalt hij het in zijn hoofd", hoort de man achter zich. "Als Nederland wint, zijn die onderste rij stenen van mij..."

Voor zus Hosnia is het als de dag van gisteren: "We kwamen terecht in een bus met allemaal Marokkaanse supporters. En op een gegeven moment hoor je ze dingen zeggen. Ik zei nog heel zacht tegen pa: sssst, zeg maar niet wie je bent."

'Voor Dries identificeerde ik me met Ruud Gullit, voor Marokkanen was er niets'

Najib Amhali hoort niet bij de fluitende en schimpende supporters in Gelredome. Met Boussatta in Oranje komt voor de cabaretier juist een droom uit. "Je probeert je te identificeren met een speler. Voor mij was dat met Ruud Gullit, omdat hij een beetje leek op Marokkanen. Marokkanen hadden geen rolmodel. De eerste was Dries. Ik was daar enorm trots op, absoluut."

Twintig jaar later trekt Boussatta zelf een wrange conclusie. "Nu zou ik voor Marokko kiezen. Dat komt door de hedendaagse maatschappij. Hoe hard je ook je best doet om te integreren, je zal je uiteindelijk nooit hetzelfde voelen als een echte Nederlander."

Contributie

Dankzij zijn broer Mohammed, die de contributie betaalt, wordt Boussatta op jonge leeftijd lid van amateurclub De Spartaan. Hij is het enige Marokkaanse jochie in een elftal vol blonde koppies.

Later wordt Dries gescout door Ajax, maar hij stapt na een paar jaar zelf naar het bestuur om zijn overschrijving te laten tekenen. Hij gaat naar Haarlem, vervolgens naar FC Utrecht, om uiteindelijk onder Willem van Hanegem door te breken bij AZ.

En in Alkmaar trekt hij de aandacht van bondscoach Frank Rijkaard, die zelf ook zijn jonge jaren doorbracht op het Balboaplein.

Bondscoach Frank Rijkaard heet op 16 november 1998 de debutanten Dries Boussatta en Ruud van Nistelrooij welkom bij Oranje

Op 18 november 1998 staat Boussatta in een oranje shirt langs de lijn in Gelsenkirchen, wachtend op Jeffrey Talan die voor hem plaats zal maken in de oefeninterland met Duitsland.

Commentator Harry Vermeegen kondigt hem bijna terloops aan. "En daarmee is Dries Boussatta de eerste Marokkaan eigenlijk in het Nederlands elftal."

Eigenlijk. Een volstrekt overbodig voorbehoud. Op dat moment lijkt het een onschuldige verspreking. Maar ook veelzeggend. Het zijn de jaren van het paarse kabinet. Verdraagzaamheid is de norm, spreekkoren dan nog de uitzondering. Althans in het publieke debat.

Olifantenhuid

De aanslagen op de Twin Towers, de kritiek van Pim Fortuyn en de retoriek van Geert Wilders zijn op dat moment nog ver weg. Maar terwijl de politieke elite doet voorkomen alsof ons land heel tolerant is, blijkt de realiteit van de straat en de tribunes vaak anders te zijn.

AZ-speler Dries Boussatta heeft in 2001 gescoord tegen Sparta

In zijn loopbaan als profvoetballer is Boussatta gewend geraakt aan spreekkoren en fluitconcerten. Hij ontwikkelt een olifantenhuid; wat kan hij ook anders?

"Soms kijk je achterom en dan zie je gewoon een man met een kind van tien jaar staan. Die hoort dat ook", blikt Boussatta terug op die tijd. "Die mannen zijn gewoon ziek. Moet ik mij gaan druk maken om dat soort gasten? Dat heb ik dus nooit gedaan."

Wilhelmus

Boussatta ziet zichzelf vooral als voetballer. Een goede voetballer, gerespecteerd door zijn collega's. Een Oranje-international, die kans maakt om in 2000 Europees kampioen te worden in eigen land.

Tegen Portugal begint hij voor het eerst in de basis. Bij het Wilhelmus schiet zijn leven door zijn hoofd. "Toen had ik heel sterk: deze kleine kut-Marokkaan staat gewoon in het Nederlands elftal."

Dries Boussatta (zittend, tweede links) bij Oranje voor het oefenduel met Marokko op 28 april 1999

En dan is er het beladen oefenduel met Marokko. Al zijn familie en vrienden zijn erbij zijn. Dit moet zijn avond worden. Maar de aandacht gaat niet uit naar zijn soepele tred, zijn fijne voorzet of zijn verschroeiende versnelling.

Wat Boussatta ook probeert, het wordt overstemd door de snerpende fluitconcerten van de tribunes.

'Boussatta een landverrader? Oké, dus integreren heeft zijn grenzen'

Boussatta zou later eigenaar worden van een succesvolle keten espressobars in de hoofdstad. Maar wat er die avond in Arnhem gebeurde en vooral wat daarna in de politiek en maatschappij ontstond, laat hem nooit meer los.

Nouri en Dania

Trainer Co Adriaanse, zijn vroegere gymleraar op de Joop Westerweel-school die Boussatta ooit leerde schaatsen op een door hem ondergespoten pleintje en meemaakte hoe de kleine Driss op straat verbasterd werd tot Dries, moet even slikken.

"Ik ken Dries als een Amsterdams jongetje, dat hier opgegroeid is en maatschappelijk en sportief geslaagd is. Hij gaat eigenlijk weer helemaal terug. Eigenlijk zou hij zich honderd procent Nederlander moeten voelen. Dat benauwt mij toch wel."

Dochter Dania Boussatta (13) twijfelt niet: mijn vader zegt vast Marokko

Twintig jaar na zijn debuut is Boussatta zelf een trotse vader. Vorig jaar werd zijn zoon geboren. Hij noemde hem Nouri, naar de Ajax-belofte die zomaar in een oefenwedstrijd in elkaar zakte.

En hij is de trotse vader van Dania, zijn 13-jarige dochter die meer dan haar mannetje staat bij SC Buitenveldert tussen de jongens. Wie weet komt het dilemma van haar vader ook ooit op haar pad.

Wat zou Dania doen? "Nederland", twijfelt ze niet. "Ik ben hier geboren en speel al voor de KNVB. Dus ik zal niet zo snel voor Marokko kiezen."

Zomerserie Andere Tijden Sport

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl