Oranjevolleybalsters gedijen goed met vers bloed
De World Grand Prix voor vrouwen is niet meer. Het paradepaardje van de internationale volleybalbond FIVB draagt vanaf dit jaar de naam Nations League. Vandaag gaat de eerste editie van start en Nederland is erbij.
Sterker nog, Nederland is er de komende zeven jaar bij. Dat is een van de veranderingen die zijn ingevoerd ten opzichte van de bij het grofvuil gezette voorganger.
Twaalf van de zestien deelnemende landen, waaronder dus Oranje, zijn aangemerkt als 'core teams' en daardoor zeven jaar lang verzekerd van deelname. De overige vier deelnemers riskeren degradatie.
Oranje staat er goed op
Degradatie zou sowieso geen reden tot zorg moeten zijn voor de formatie van bondscoach Jamie Morrison. De lange vrouwen van Oranje staan er immers goed op. Vorig jaar pakten ze zilver op het EK, al is dat volgens de Amerikaanse coach geen garantie voor succes.
"Het is een goed uitgangspunt, maar daar schieten we niets mee op", klinkt het uit de mond van Morrison. "We moeten beter worden, want de rest wordt ook beter."
En Nederland wordt beter. De ploeg die vandaag in het Russische Jekaterinenburg zijn eerste wedstrijd speelt, is een mix van ervaren speelsters en opkomende talenten.
Lonneke Slöetjes valt in de eerste categorie, maar boekt nog elk jaar progressie. De geboren Varsseveldse speelt al sinds 2008 in het buitenland en won de afgelopen twee jaar met het Turkse Vakifbank de Champions League.
"Je went natuurlijk aan het spelen van finales", aldus Slöetjes. "Waar ik in de eerste finale nog stond te shaken, ben ik nu een stuk rustiger. De ervaring helpt sowieso wel."
De 27-jarige Slöetjes is blij met de verjonging binnen de ploeg. "Absoluut cruciaal. Na ons moet het ook verder. We hebben zo hard gewerkt en dan wil je ook dat het hier niet doodbloedt."
Jonge honden
Nika Daalderop is een van die jonge honden. Morrison geeft hoog op van de pas 19-jarige Amsterdamse, die haar brood verdient in Duitsland. "Een groot talent. En ze wordt steeds beter. We hebben het over ontwikkelen en de volgende stap zetten gehad. Dat doet ze."
Bij die ontwikkeling hoort ook een grotere verantwoordelijkheid. De druk komt meer en meer op de schouders van de jonge talenten te liggen.
Daalderop heeft van die druk weinig last. "Ik doe gewoon lekker mijn ding. Ik ben lekker aan het volleyballen en van die druk merk ik niet zoveel." En dan lachend: "Zelfs als de NOS langskomt!"