Merckx gelooft in nieuwe Girozege Dumoulin, Janssen en Zoetemelk aarzelen

• Joost Smedema

  Redacteur NOS Sport

Een duo werd een trio. Jan Janssen en Joop Zoetemelk waren 37 jaar lang de enige twee Nederlanders met een grote wielerronde op hun naam, tot Tom Dumoulin zich vorig jaar met zijn eindzege in de honderdste Ronde van Italië bij het tweetal voegde.

Janssen (Vuelta '67, Tour '68) en Zoetemelk (Vuelta '79, Tour '80) wonnen ieder twee grote rondes, Dumoulin strijdt vanaf vandaag voor zijn tweede zege. Kan hij zijn titel prolongeren, ondanks materiaalpech, ziekte en innerlijke twijfels in het voorseizoen?

"Alles kan, maar ik heb er wel minder verwachtingen van dan verleden jaar." Jan Janssen windt er geen doekjes om en vreest dat het tegenvallende voorjaar hem parten speelt.

'De tegenslag laat je achter je'

Volgens Eddy Merckx heeft Dumoulin betere papieren dan Janssen verwacht. "De tegenslag uit het voorjaar laat je achter je", stelt de illustere Belg met een erelijst om van te duizelen en zelf de Giro vijf keer op zijn naam schreef, waarvan drie keer op rij. "Hij heeft zeker kans om te winnen."

Ook Zoetemelk is niet zo stellig als Janssen. "Dumoulin heeft zich de laatste paar weken goed voorbereid. Ik weet niet hoe zijn conditie is, maar hij heeft de moraal om te winnen."

De grootste Nederlandse wielrenner die geen grote ronde op zijn naam wist te schrijven, Hennie Kuiper, weet als geen ander hoe moeilijk het is überhaupt te winnen, laat staan twee keer op rij. "We hebben met Dumoulin al een icoon. Het zou heel bijzonder zijn als hij twee keer achter elkaar wint, want het is zó moeilijk. Alles moet kloppen, maar daaraan zie je ook hoe mooi het is als het lukt."

Voorjaar in duigen

Dumoulins voorjaar viel om verschillende redenen in het water. Tijdens de Ronde van Abu Dhabi raakte hij hevig gefrustreerd door een haperend schakelapparaat en materiaalpech. Ziekte weerhield hem van een goede klassering in Strade Bianche en een week later moest hij de Tirreno-Adriatico halverwege verlaten door de gevolgen van een valpartij.

"Als je mentaal en fysiek op het randje zit, dan heb je grote kans om ziek te worden", sprak Dumoulin half april. "Dat is geen toeval. Maar ik denk dat het ergens ook wel goed is geweest. Even de deksel op mijn neus."

Zoetemelk in 1980: Winnen na tegenslag

Dat een domper in de voorbereiding op een grote ronde niet per se een einde hoeft te maken aan een droom, bewees Zoetemelk in 1980. "Tijdens de Ronde van Zwitserland, een paar weken voor de Tour, ging ik aan de leiding. Maar een dag voor het einde zakte ik erdoor."

"Het begin van die Tour ging ook niet zo best", herinnert Zoetemelk zich. Bernard Hinault lijkt dat jaar inderdaad niet te stoppen en pakt in een onstuimige eerste Tourweek een grote voorsprong op de Nederlander.

Maar Zoetemelk herpakt zich, wint na anderhalve week veel tijd terug in de tijdrit en neemt het geel over van Hinault nadat de Fransman heeft moeten opgeven met knieproblemen.

"Tegenslag wil niet zeggen dat het niks wordt", wil Zoetemelk maar zeggen.

'Dumoulin kan zich conditioneel verbeteren'

Dumoulin moet het in de Giro opnemen tegen viervoudig Tourwinnaar Chris Froome. "Dat is zijn grootste concurrent", vindt Merckx. "De anderen zijn niet bekwaam om bij hen in de buurt te komen."

Maar wie van de twee over drie weken in Rome uiteindelijk in de roze trui staat? "Dumoulin kan conditioneel sterker worden. Maar Froome heeft een sterkere ploeg en meer competitie in de benen, dat is in zijn voordeel", meent de Belg.

Na de misère voor Dumoulin in Abu Dhabi en de Strade Bianche in Italië volgde evenwel een hoopgevende vijftiende plek in Luik-Bastenaken-Luik. Maar Froome zette daar met de Ruta del Sol (tiende), de Tirreno-Adriatico (elfde) en de Ronde van de Alpen (vierde) drie verdienstelijke klassementen tegenover.

Janssen sluit zich dan ook bij Merckx aan. "Je kunt nog zo veel trainen of op hoogtestage gaan, wedstrijden vormen de beste voorbereiding. En dat heeft Dumoulin nog niet zo veel gedaan. Sterker, de Tirreno verliep dramatisch. Maar we gaan het zien", houdt Janssen nog enigszins hoop.

De vier kampioenen van vroeger zijn het sowieso over één ding eens: met de mentaliteit van Dumoulin is niks mis. Kuiper: "Hoe hij vorig jaar in de laatste week omging met zijn zenuwen, dat was indrukwekkend."

"Het pareren van al die aanvallen en de tijdrit waarin hij naar Millaan vloog. Goh, dat was mooi om naar te kijken. Hij heeft echt leiderschap. Grote renners zoals Hinault hadden dat ook. Hij weet wat hij wil, geweldig."

'Niet reageren op springveren'

"Dumoulin laat zich niet gek maken", zegt Janssen. "Ik vergelijk hem met Jacques Anquetil: hij raakt nooit in paniek. Als je iedere keer op die Spaanse en Italiaanse springveren reageert, zak je op den duur door het ijs. Dat doet hij niet en dat is een goede eigenschap."

Heeft Janssen dan misschien nog een een tip voor Dumoulin? "Ach nee joh, hij weet het beter dan ik. Mijn wielertaal is omver gereden, met alle nieuwe tactieken en ploegen van tegenwoordig."

Juichen voor Dumoulin? 'Absoluut'

Zitten er inderdaad zo veel verschillen tussen toen en nu? Kuiper: "De prestatie is gelijk. De grote kampioenen komen altijd bovendrijven, al zijn de verschillen kleiner geworden. Maar je moet nog steeds een sterk lichaam hebben en mentaal weerbaar zijn."

Wie er ook wint, we gaan drie leuke weken meemaken, voorspelt Kuiper. En als Dumoulin het goed doet, kan hij zeker ook op support van Merckx rekenen. "Absoluut. Hij is dan wel geen Belg, maar ik ben niet kleinzerig. Ik juich voor de sterkste, moge de beste renner winnen."