NOS NieuwsAangepast

Zwaar getraumatiseerde oud-militair hoedt nu schapen op zijn oude basis

Hij gaf veertien jaar gevechtstraining en diende in Afghanistan. Andries Kaptijn (45) kwam zwaar getraumatiseerd terug van zijn laatste missie. Hij werd volledig afgekeurd en militair-invalide verklaard. Nu probeert hij zijn leven opnieuw zin te geven door schapen te hoeden op de Oirschotse heide.

Op het terrein van zijn oude eenheid en met zijn honden voelt Kaptijn zich veilig. "Zij zijn mijn spiegel en houden me in het nu. Hier in de natuur is mijn tweede thuis." Dat de oud-militair het nodig heeft om zich veilig en thuis te voelen, blijkt wel uit wat hij ervaart. Het geluid van een dichtslaande deur of een stofzuiger rakelt beelden van inslaande raketten op. En gaat de bel, dan kan dat voor hem net als een geweer klinken. "Dat komt zó binnen."

In deze video vertelt Kaptijn meer over zijn trauma:

'Op de heide weet mijn familie dat ik niet in de problemen kom'

Kaptijn ging heel diep. "Ik had bij wijze van de boom al uitgezocht, het touw had ik al liggen. Maar dat was één grote vlucht, ontkenning, pure angst." Dankzij vrouw Nancy klom hij langzaam uit het dal. "Zij heeft mij laten inzien wat er nog wél zit, wat ik nog wel kan in die dikke brij van totale wanorde, chaos en ellende. De militair die nog in mij zit gelooft daar ergens nog in, om uit te gaan van mijn eigen kracht."

En dus hoedt Kaptijn nu zes bruine Herdwick-ooien in een stukje vergrast en weinig gebruikt militair terrein tussen een snelweg en een kanaal. Dat hij na zijn tijd in Afghanistan met schapen werkt, daar ziet hij de humor wel van in. "Overal waar je kwam waren schapen. Schapen, schapen, schapen. In ons werk hebben we daar vaak om gelachen."

Kaptijn heeft een andere kant van zichzelf ontdekt, vertelt hij op de heide. "Een zachte. Met een rauwe rand, kan dat? Het staat nog in de kinderschoenen. Maar ik ben bezig te leren om dichter bij mijn gevoel te komen."

Niet iedereen zal schaapherder worden. Voor elk mens moeten we een passende oplossing hebben.

Gerard Koot

Dit project, dat 'Eerste compagnie van het verloren schaap' is genoemd, laat goed zien dat defensie het taboe over PTSS overboord heeft gegooid, zegt verslaggever Lex Runderkamp. "Defensie redeneerde jarenlang: oorlog is voor de rauwe mannen, je moet daar tegen kunnen. PTSS werd een beetje als een zwakte behandeld en genegeerd."

Maar dat is inmiddels veranderd. Commandant Gerard Koot van de 13 Lichte Brigade in Oirschot vertelt: "Je kunt mensen heel goed opleiden en mentaal wapenen, maar voor sommigen is de druk te hoog en die komen beschadigd terug." Bij deze brigade hebben zo'n tachtig van de tweeduizend mensen trauma's opgelopen door de inzet. "Ze moeten zorg krijgen en een link houden met de moedereenheden en brigade. We moeten ze bij de kudde houden, zo zou je het kunnen noemen. Maar niet iedereen zal schaapherder worden. Voor elk mens moeten we een passende oplossing hebben."

Trainingen en buddy's

Militairen die nu op missie gaan, krijgen allerlei trainingen. Van mentale weerbaarheid tot leren over de lokale cultuur en hoe mensen reageren op extreme gebeurtenissen. Thuisfronten worden benaderd, ze krijgen buddy's. Er komt een terugkeergesprek, er is een nazorgvragenlijst en permanent militaire geestelijke gezondheidszorg bij mensen die terugkeren. "Het is enorm georganiseerd in de hoop PTSS te minimaliseren", zegt Runderkamp. "Maar het oplossen zal niet lukken."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl