Auto's bij het hoofdkantoor van de OPCW in Den Haag

Twitterdiplomatie achter de gesloten deuren van de OPCW

  • Marten Wiegman

    buitenlandredacteur

  • Marten Wiegman

    buitenlandredacteur

De vergaderzaal in het Haagse hoofdkwartier van de OPCW heet Ieper, genoemd naar de Belgische stad waar voor het eerst grootschalig gifgas werd ingezet. Dezer dagen wordt er in diezelfde zaal vooral gesproken over gifgas in Syrië of in het Britse Salisbury.

De keurige ambassadeurs die bij de OPCW het woord voeren, trokken in het verleden nauwelijks de aandacht maar dat is opeens anders. Al tijdens de vergaderingen achter gesloten deuren verschijnen er twitterberichten.

En de Russische en Britse ambassadeurs nodigen na afloop de pers uit om hun kant van het verhaal extra onder de aandacht te brengen. Ook vandaag zullen de gemoederen weer oplopen als het OPCW-rapport over de zaak-Skripal op de agenda staat. Want chemische wapens staan opeens weer volop in de belangstelling en de publieke en politieke verontwaardiging is groot. Of het nu gaat om het gebruik van gifgas in en door Syrië of om een aanslag op een voormalige Russische spion in Engeland.

"Een tijdlang waren chemische wapens een beetje saai", zegt Sico van der Meer, onderzoeker bij Clingendael. "De OPCW hield zich bezig met de vernietiging van de enorme voorraden die de grootmachten tijdens de Koude Oorlog hebben opgebouwd. Maar nu die wapens ook weer daadwerkelijk gebruikt worden, staat ook de organisatie die toezicht houdt op het verdrag tegen chemische wapens weer volop in de schijnwerpers."

Grootmachten

De snel verslechterende relatie tussen Rusland en de westerse landen maakt het samenwerken in organisaties zoals de OPCW steeds moeilijker. De ambassadeurs die aan de Haagse vergadertafel zitten, krijgen klaarblijkelijk instructies vanuit hun hoofdsteden om toch vooral hun eigen versie van de werkelijkheid voor het voetlicht te brengen.

De propagandaoorlog in de zaak-Skripal waarbij beschuldigingen tussen Moskou en Londen eindeloos heen en weer gaan, beperkt zich niet langer tot politici en media. Dat brengt de OPCW in een lastige situatie. Aanvankelijk was de organisatie bedoeld als een platform voor technici, deskundigen en diplomaten die vooral feitelijk een einde aan chemische wapens proberen te maken. Dat is nu veranderd in een arena waar vooral de schuldvraag centraal staat, wie heeft wat en wanneer gedaan.

Mandaat

Omdat vrijwel alle landen zeggenschap hebben over de OPCW zijn de procedures sowieso complex. En een internationaal verdrag geeft nu eenmaal geen kant-en-klaar antwoord op elke situatie in de wereld. Volgens Van der Meer leidt het tot frustratie bij de lidstaten dat de OPCW nu wordt gebruikt voor politieke doelen.

"Het is te hopen dat het daar intern ook aan de orde wordt gesteld om meer duidelijkheid te krijgen wat de OPCW nu wel en niet mag. Vooral of ze verantwoordelijken mogen aanwijzen voor het gebruik van gifgas, en niet alleen het feitelijke gebruik mogen vaststellen."

Extra complicatie is dat er tot voor kort een oplossing was voor Syrië waardoor de experts van de OPCW niet alleen de feiten konden onderzoeken maar ook de schuldigen konden aanwijzen. Daarvoor was er een speciale samenwerking met de VN afgesproken: het Joint Investigative Mechanism (JIM).

Eind vorig jaar stuitte verlenging van die samenwerking op een Russisch veto. Dat was een paar maanden nadat JIM de regering van Assad had aangewezen als verantwoordelijke voor een gifgasaanval in Syrië in Khan Sheikhoun. Door het gebruik van sarin kwamen daar 74 mensen om het leven en raakten er meer dan 550 gewond.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl