OM vervolgt Rutte niet wegens discriminatie na aangifte Wilders

Het Openbaar Ministerie stelt geen vervolging in tegen premier Rutte wegens discriminatie. Dat heeft de officier van justitie laten weten aan PVV-leider Wilders, die vorig jaar aangifte deed.

Het OM is het niet met Wilders eens dat Rutte als leider van het kabinet "gewone Nederlanders" achterstelt. Als voorbeelden noemde Wilders asielzoekers die geen ziektekostenpremie hoeven te betalen en de verhoging van de btw, terwijl buitenlandse investeerders een belastingvoordeel krijgen.

Officier van justitie Van Nieuwenhuizen schrijft in een brief aan Wilders (die de PVV-leider zelf op Twitter zette) dat er geen sprake is van discriminatie. Er wordt wel onderscheid gemaakt, maar niet tussen gelijke gevallen.

Mensen komen voor dit soort regelingen in aanmerking op basis van hun juridische status, namelijk het al of niet hebben van het Nederlandse staatsburgerschap. Daarom is het volgens het OM niet strafbaar.

Zelfs als er wel sprake was van discriminatie, zou het OM niet overgaan tot vervolging. Het zou dan gaan om een ambtsmisdrijf van de premier. In zo'n zaak is het OM niet bevoegd, want bij ambtsmisdrijven door leden van het kabinet is het de procureur-generaal bij de Hoge Raad die vervolging instelt.

Artikel 12-procedure

Wilders noemt het onbegrijpelijk en laf dat het OM Rutte niet vervolgt. Het advocatenkantoor dat hij heeft ingeschakeld begint daarom een zogeheten artikel 12-procedure. Daarmee kan het OM door de rechter gedwongen worden vervolging in te stellen.

Maar volgens het Openbaar Ministerie is dat in dit geval zinloos, omdat het OM niet bevoegd is om kabinetsleden te vervolgen voor een ambtsmisdrijf.