Wat nou slecht imago? 'Op het vmbo zit ik juist goed op mijn plek'

• Anne ter Rele

  redacteur Online

Het vmbo kampt met een slecht imago. Vandaag zei minister Slob een einde te willen maken aan het beeld van het vmbo als "vergaarbak" en een soort "restonderwijs".

Terechte woorden, vinden Nancy, Daniël en Saskia. Zij, of hun kind, zijn allemaal trotse vmbo-leerlingen. Op dit schoolniveau komen ze veel beter tot hun recht dan ze hadden gedaan op de havo. En dat mag ook weleens onder de aandacht komen, vinden ze.

Nancy Nuesink (15) zit in drie mavo (officieel vmbo-t) en doet de richting Zorg & Welzijn. Ook zij ervaart het negatieve imago van het vmbo. "Leerlingen op hogere niveaus zeggen soms dat we asociaal zijn en niets doen in de lessen."

Terwijl vmbo-leerlingen net zo ver komen als havisten of vwo'ers, vindt ze. "Wij leren voor wat we later willen worden, net zoals vwo-leerlingen dat doen. Iedereen wordt op een andere manier gelukkig: ik word dat door iets praktisch te doen."

Karate

Nancy combineert school met karate op hoog niveau; ze ging zelfs naar het EK. Daarom werd ze door haar mentor genomineerd voor de verkiezing 'Trots op vmbo', waarin uitblinkers op het vmbo in het zonnetje werden gezet.

Sport met school combineren gaat haar goed af, vertelt ze. "Gelukkig helpen mijn ouders en zus als ik iets lastig vind. En als ik een les mis door mijn wedstrijden, denken de leraren met me mee hoe ik mijn vakken toch kan halen."

Toch ervoer ook Nancy druk van buitenaf om naar een hoger niveau te gaan. "Omdat ik altijd graag naar de pabo wilde, zeiden mijn ouders dat ik beter naar de havo kon gaan. Maar ik heb laatst bij de opleiding voor onderwijsassistent op het mbo gekeken en vind het nu niet meer nodig om door te stromen naar de havo. Als ik onderwijsassistent wil worden, zit ik op het vmbo namelijk goed op mijn plek."

Ook Daniël Minnegal (27) pleit voor een positiever beeld rondom het vmbo. Hij stapte over van 3 havo naar 3 vmbo en is nog steeds blij met die keuze. "Toen ik havo-advies kreeg, dacht ik er niet over na. Maar ik hield ervan om buiten te zijn en hutten te bouwen. Ik voelde me op school totaal niet op mijn plek."

Toen sprak hij een paar vriendjes die vmbo-kader deden. Zij brachten Daniël op het idee om over te stappen. "Zij mochten leren voor loodgieter en autotechnicus. Dat leek mij ook wel wat, maar dan meer in de richting van de bouw." Daarna vertelde hij zijn docent over zijn overstapplan. "Hij vond dat wel wat gek, maar ik volgde mijn intuïtie. Daarnaast stonden mijn ouders helemaal achter mijn keuze."

Op het vmbo was Daniël helemaal op zijn plek. "Ik ben technisch aangelegd: die interesse deelde ik veel meer met klasgenoten op het vmbo. Omdat ik me meer thuis voelde, werd ik zelf ook opener."

Doorstuderen

Na de middelbare school studeerde Daniël door. "Ik ben mbo-niveau 2 gaan doen en vervolgens niveau 3 en 4. Daar merkte ik dat ik management ook leuk vond en ben dat vervolgens op het hbo gaan studeren. Nu denk ik erover om nog naar de universiteit te gaan."

Ondanks het lange studietraject is Daniël blij met zijn keuze. "Ik heb op een rustige manier mijn pad bewandeld, en kwam er zo precies achter wat ik leuk vond. Door de basis te leggen bij vmbo had ik alle tijd om dat te ontdekken."

Dat er veel druk is van ouders om hun kinderen naar een hoog schoolniveau te sturen, beaamt Saskia Smith. Ze heeft een dochter van 13 die van de havo naar het vmbo ging. "Er kwamen meteen ouders naar me toe die vroegen: 'Ach, je dochter gaat naar het vmbo, dat vind je vast erg?' Terwijl ik alleen maar blij ben dat ze in haar nieuwe klas weer in haar kracht is gekomen."

Smiths dochter vond het moeilijk toen ze naar het vmbo moest. Het negatieve imago speelde daarbij een grote rol. Hoewel haar oude school ook vmbo aanbood, wilde ze daarom toch naar een nieuwe school.

"Op haar oude school werd alleen gefocust op wat er niet goed ging, zoals haar 3 voor wiskunde. Het was heel negatief. Ze had het gevoel dat ze faalde. Op haar nieuwe school was er ook aandacht voor andere vakken, zoals dans, koken en theater. Nu staat ze een 7,7 voor wiskunde en belangrijker nog: haar zelfvertrouwen is weer terug."

Smith vindt dat ouders relaxter moeten worden over het schooladvies van hun kind. "Toen mijn kinderen in groep 8 zaten, waren sommige ouders heel druk bezig met toetsen en bijlessen, zodat hun kind tóch nog naar de havo kon. Er wordt zo veel druk op gelegd. Ik zou zeggen: zolang je kind zijn of haar best doet, zou je als ouder gewoon trots moeten zijn."