Ook FC Groningen denkt aan een suikeroom
Een buitenlandse investeerder was lange tijd 'not done' bij FC Groningen. Maar nu de Trots van het Noorden, een vaste klant in het linkerrijtje maar thans de nummer dertien van de eredivisie, de aansluiting met vaderlandse subtop dreigt te verliezen, lijkt er een kentering op komst. Al laat directeur Hans Nijland niet het achterste van zijn tong zien.
"Wij vinden - en dat vindt ook onze achterban - dat wij een club zijn die moet spelen bij de eerste negen in Nederland", vertelt Nijland in Spanje, waar FC Groningen op trainingskamp is.
"Wij zien clubs als Vitesse en FC Utrecht als onze concurrenten. Maar zij kunnen meer geld uitgeven dan wij. En dat heeft te maken met private investeerders. Daarmee zeg ik niet dat wij de club verkopen, helemaal niet."
Dat je met de eventuele verkoop van een club ook je ziel verkoopt, gelooft hij overigens niet. "Er zijn prachtige voorbeelden van clubs die private investeerders aan zich hebben verbonden, maar toch een echte volksclub zijn gebleven. Kijk naar FC Utrecht. Daar is mijn goede vriend Frans van Seumeren grootaandeelhouder van, maar volgens mij is daar het karakter van de club toch echt overeind gebleven."
Goed nadenken
"Feit is echter ook dat FC Utrecht vorig jaar in de winterstop flink op het gaspedaal heeft kunnen trappen. Ze hebben toen Labyad en Brama erbij gehaald. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het bij hen gewenste resultaat", vindt Nijland.
"Het lijkt mij daarom logisch dat wij als club verschrikkelijk goed moeten nadenken over: wat is je positie en hoe ga je daarin verder? Niet meer en niet minder."
FC Groningen wil immers ook een volgende stap maken en blijven kunnen concurreren met clubs als Vitesse en FC Utrecht. "En daarvoor heb je meer kapitaal nodig", begrijpt Nijland.
"Wij hebben een begroting van 18 miljoen euro. Als elk stoeltje in het stadion bezet zou zijn en wij alle reclameborden verkocht zouden hebben, kunnen wij doorgroeien tot maximaal 22, 23 miljoen."
Groninger met centen
Maar dat gaat niet gebeuren, hoor je Nijland denken. Hij benadrukt dat het zijn overtuiging is dat er meerdere wegen naar Rome leiden, maar zou een steenrijke Rus of Chinees met belangstelling voor de Groningse voetbalclub niet een uitkomst zijn? "Haha, ik laat mij niets in de mond te leggen. Ik heb het helemaal niet over een Rus of Chinees of wat dan ook gehad."
Een Groninger met centen dan? Dat zou mooi zijn natuurlijk, maar zo'n suikeroom lijkt er niet te zijn. "Dat weet je niet", repliceert Nijland. "Er is een hele groep enthousiaste sponsors met ons naar Spanje meegereisd en die staan ongelooflijk achter deze club."