Dit is de blijvende boodschap van doodgeschoten fotograaf Oerlemans

  • Jeroen Wielaert

    verslaggever

  • Jeroen Wielaert

    verslaggever

Hij wist hoe riskant het was, maar hij ging toch. Jeroen Oerlemans keerde terug naar het front om de verschrikkingen van de oorlog vast te leggen. Op 2 oktober 2016 werd hij in de Libische stad Sirte vermoord door een sluipschutter. Vanaf dit weekend is in de Kunsthal in Rotterdam een selectie van Oerlemans' werk te zien, samengesteld door zijn vrouw Boes Hogewind.

De tentoonstelling werd gistermiddag geopend door de boezemvriend van Oerlemans, journalist Joeri Boom. De slotzin van zijn toespraak: "Dat wij niet mogen vergeten is een les die iedere keer opnieuw verteld moet worden."

Thuis in Amsterdam heeft Boom een foto van Oerlemans op zijn bureau staan. Hij denkt nog elke dag aan hem, alsof hij niet al ruim een jaar dood is. Hogewind en Boom denken dat de expositie de beste manier is om de blijvende boodschap van echtgenoot en vriend te tonen.

Verstilling

Hogewind is een expert in het werk van Oerlemans. Voor de tentoonstelling koos ze niet alleen voor de harde platen van het front, maar ook voor de momenten van verstilling. Zo legde Oerlemans de schoonheid van een landschap in oorlog vast, of een boerka, bungelend aan een waslijn.

Ze had twijfels genoeg tijdens de samenstelling. Het belang van onafhankelijke berichtgeving werd haar leidraad bij het kiezen tussen haar persoonlijke lievelingsfoto's en de reportagebeelden die actueel blijven.

De man met de brandblusser

Zo is er die man, staande op een puinhoop, met een rode brandblusser in zijn rechterhand. Boom en Oerlemans trokken die dag samen op. Boom zag de man lopen en schreef over hem. Oerlemans zag hem staan en drukte af.

  • Jeroen Oerlemans
    Libanon, 26 juli 2006, foto van Jeroen Oerlemans
  • Kunsthal/Jeroen Oerlemans
    Griekenland, 19 november 2010, foto van Jeroen Oerlemans
  • Kunsthal/Jeroen Oerlemans
    Haïti, 19 januari 2010, foto van Jeroen Oerlemans

Boom herinnert zich: "Het was in Libanon in 2006. Het is een van mijn favoriete foto's van Jeroen. Hij heeft de machteloosheid vastgelegd van die man met zijn brandblussertje. Die vuurzee die je daarachter ziet, brandde op vele plekken. Die puinhoop was een appartementengebouw van zes verdiepingen, gebombardeerd door Israëlische F16's. Op een gegeven moment stond ik in die puinhopen, de gewonden werden eruit gehaald. Ik bleef daar staan, uit een soort woede. Jeroen heeft me weggehaald. Vlak voor de F16's terugkwamen heeft Jeroen die foto gemaakt. Ik heb die man niet zo zien staan. Dat was het oog van Oerlemans. Hij zag het wel."

Ga erheen en tóón wat er te zien is.

Joeri Boom over de drive van hem en Jeroen Oerlemans

Oerlemans en Boom werkten ook samen in Afghanistan en Darfur. Ze hadden dezelfde drang. "Wat ons dreef, en Jeroen misschien nog wel meer dan mij, was laten zien wat er gebeurt", zegt Boom. "En Jeroen kon het als fotograaf letterlijk laten zien. Ik verwoordde het. Dat was de drijfveer. Oorlogen die in een klap ontstonden en waar we van alles over te horen kregen. Ga erheen en toon de mensen hoe lelijk het is, of hoe mooi het is. Al kan dat haast niet met oorlog. Maar tóón wat er te zien is."

Ontvoering

Oerlemans had een vredig thuis in Amsterdam, met Boes en hun drie jonge kinderen. Zijn andere wereld was de conflictgebieden vol strijd, natuurgeweld, wanhoop en honger. Met Boom deelde hij de opwinding van de nabijheid, in de waan dat ze zich toch op veilige afstand hielden.

In 2012 ging het mis: Oerlemans werd ontvoerd door jihadisten aan de Turks-Syrische grens. Hij zat een week vast en werd uiteindelijk bevrijd door het Vrije Syrische Leger. Op de vlucht werd hij nog in zijn heup geschoten. Na die gebeurtenis kwam het besef van het gevaar. Oerlemans koos voor portretfotografie in Nederland.

"Jeroen maakte al portretten, omdat het heel triest is in Nederland", zegt Boom daarover. "Je kunt niet leven van de oorlogsreizen. Er wordt gewoon niet goed genoeg betaald voor freelancers die welbewust dit levensgevaarlijke werk doen. Hij was noodgedwongen bezig met portretfotografie."

Oerlemans (m) in 2008 in Uruzgan

Boom werd later voor de NOS correspondent in India. "Ik kon daar ook naar naar Pakistan en Afghanistan. Ik kon mijn energie kwijt. Jeroen kon dat niet, zat eigenlijk vast en koos toch weer voor het gevaar."

Het werk in Nederland bleek toch te vredig om Oerlemans' journalistieke drang te stelpen. Nog één keer ging hij naar gevaarlijk terrein, in Libië, in de herfst van 2016. "Het was een beperkte oorlog daar", zegt Boom over die keuze. "Het was geen enorme ravage in Sirte. Zijn keuze was niet een zeer onveilige, maar werd hem wel fataal."

Boom had er zelf voor gekozen om thuis te blijven. De nieuwe oorlogen voelde hij aan als te wreed. Maar hij wist dat Libië voor Oerlemans het nieuwe Afghanistan was.

Sluipschutters

Op 2 oktober 2016 sloeg het noodlot toe. Oerlemans was in de havenstad Sirte en hield zich daar met andere journalisten achter een flat schuil voor sluipschutters van IS. Uiteindelijk stak hij als eerste bukkend een straat over. Een IS-schutter mikte op de kleine opening aan de zijkant van zijn kogelwerend vest. Oerlemans werd in zijn hart geraakt en stierf direct, 46 jaar oud.

In de Kunsthal kijkt Boom naar Oerlemans' foto van een groep vrouwen in blauwe boerka's, in het noorden van Afghanistan. Het was bij een verkiezing. Samen hadden ze gezien dat de vrouwen in het stembureau toch hun gezichten moesten tonen ter identificatie. Enig afgrijzen dan bij een foto van een Afghaanse militair, een herder en zijn kudde tussen twee muurtjes. "Er had zomaar een bom onder een van die geiten kunnen hangen", zegt Boom.

  • Jeroen Oerlemans
  • Jeroen Oerlemans

Boes Hogewind heeft ook een foto uitgekozen die haar man van de kinderen maakte. Boom kijkt er met enige vertedering naar. Zelf kon hij donderdag nog gewoon de zevende verjaardag van zijn dochter vieren, thuis in Amsterdam. "De laatste keer dat ik Jeroen zag en echt goed met hem sprak, zaten we samen met de kinderen aan een strandje. Jeroen was ook absoluut een familieman, net als ik. Dan is het raar om naar die oorlogen te trekken. Het is wat het is. Jeroen is vermoord toen hij zijn werk deed. We weten allebei dat dat het risico van ons vak is."

In de Kunsthal leeft het werk nog en is de fotograaf dood. "Ja, dat is zo met alle grote fotografen", zegt Boom. "De Robert Capa's. Hun werk is zo sterk dat ook als ze worden vermoord tijdens hun werk, die beelden blijven leven. De beelden van Jeroen zullen voor eeuwig blijven leven. In ieder geval zo lang Boes en ik er zijn, zullen ze onder de aandacht worden gebracht. En zijn kinderen zijn er ook nog."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl