'Nederlandse volleybalcompetitie heeft impuls nodig'

"Als je aan mij vraagt wat ik wil, wil ik graag aanhaken." Lycurgus-coach Arjan Taaij is duidelijk. Als het Nederlandse clubvolleybal nog een rol van betekenis wil spelen in Europees verband, moet er echt iets gebeuren.

De laatste Europese prijs voor een Nederlandse club dateert alweer uit 2003. Toen won Dynamo de Top Teams Cup. Het is lang geleden en nu ligt er een plan om de eredivisie sterker te maken, maar de drie topclubs in Nederland - Lycurgus, Dynamo en Orion - willen meer.

"Ik hoop dat we dat met de Nederlandse competitie willen en kunnen doen', aldus Taaij. "Maar tegelijkertijd moeten we misschien maar eens verder gaan kijken. Wat is bijvoorbeeld het perspectief van een BeNeLux-competitie?", vraagt hij zich hardop af. "Om onze positie te versterken, kan dat echt van belang zijn."

Taaij krijgt bijval van Dynamo-coach Bas Hellinga, de tegenstander van Lycurgus, vanmiddag in de eredivisie.

"Dat zou goed zijn voor het volleybal, zeker in de breedte. Of dat dan een echte competitie zou moeten zijn of een soort schaduwcompetitie...Meer wedstrijden op een hoog niveau, met aansprekende teams. Daar komt het publiek voor en daar blijven spelers ook langer voor bij de club. Dus dat zou een goed initiatief zijn."

Een sterkere competitie zou ook een belangrijk wapen kunnen zijn in de strijd tegen het vroege vertrek van talenten uit Nederland. "Veel spelers gaan vroeg naar het buitenland, terwijl ik vind dat ze daar nog niet klaar voor zijn", zegt Hellinga. "Maar aan de andere kant: de uitdaging van de competitie moet ook omhoog. Voor de spelers, om hier te blijven. Een BeNeLuX-competitie zou daar misschien bij kunnen helpen."