'Ik hoop dat het Noorse schaatsen weer groot gaat worden'
Het was voor de Noorse fans smullen in de Sørmarka Arena. Eindelijk won er weer eens een Noor een wereldbekerwedstrijd op Noorse bodem. Twee keer zelfs. Håvard Lorentzen won de 500 én de 1.000 meter.
Bijna tien jaar geleden kon het Noorse thuispubliek voor het laatst juichen voor een landgenoot. Håvard Bøkko won op 27 januari 2008 in Hamar de 10.000 meter.
Kai Verbij werd vrijdagmiddag tweede op 1.000 meter, maar hij probeert het positief te bekijken. "Lorentzen reed echt heel sterk vandaag. Ik heb heel veel respect voor hem. Het is ook wel leuk voor het Noorse schaatsen. Je ziet nu heel veel Noren die komen kijken. Ik houd niet van verliezen, maar ik vind het vandaag niet erg om te verliezen van Lorentzen", begint Verbij.
"Ik denk het goed is voor het schaatsen. Het schaatsen in Noorwegen zal ook iets meer gaan leven, net als in het verleden. Ik hoop gewoon dat het Noorse schaatsen weer groot gaat worden, maar ik hoop ook dat ik in de volgende wereldbekers Lorentzen versla", besluit Verbij met een lach.
Ook Hein Otterspeer eindigde als tweede. Hij op de 500 meter. "Die Noor is een ronderijder. Dat het je zo afgesnoept wordt is wel zonde", doelt de Nederlander op het minieme verschil (0,02) tussen de twee.
Lorentzen, die vorige week ook al een 500 meter won, is het wel eens met de benaming van 'ronderijder'. "Mijn openingen zijn niet zo snel, dus het zou normaal niet genoeg mogen zijn om de 500 meter te winnen. Maar mijn topsnelheid ligt momenteel heel hoog", weet de 25-jarige sprinter.
"Het geeft me heel veel vertrouwen dat ik nu twee van de drie 500 meters heb gewonnen. Maar", zo weet Lorentzen, "als het in februari niet goed gaat, dan herinnert niemand zich meer deze races."
Het voordeel van Lorentzen is dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over kwalificatietoernooien, iets waar de Nederlanders wel mee te maken krijgen.
"Ik hoef me geen zorgen te maken of ik de Spelen haal. Ik ben eigenlijk al gekwalificeerd. Wij moeten gewoon goed in de wereldbekers rijden en dan ga je naar de Spelen. Wij hebben niet zo veel goede schaatsers als in Nederland."