Europese Rekenkamer keurt voor het eerst uitgaven EU-leden goed
Voor het eerst heeft de Europese Rekenkamer de verantwoording van de EU-landen over uitgegeven Europese subsidies min of meer goedgekeurd. Er worden wel nog meer fouten gemaakt dan de norm, daarom is het volgens het Nederlandse lid van de rekenkamer, Alex Brenninkmeijer, een beperkte goedkeuring. "Maar we mogen het wel een doorbraak noemen."
In 2016 ging bij 3,1 procent van het uitgegeven geld iets mis. Dat is boven de norm van 2 procent, maar minder dan twee jaar geleden. Toen ging het nog bij 4,4 procent van het geld mis. In totaal werd 136,4 miljard euro uitgegeven.
Bonnetjes en samenwerking
Bonnetjes zijn vaak de oorzaak van fouten, zegt Brenninkmeijer. "Als je een subsidie geeft voor een hectare land dan is dat helder. Maar een subsidie voor een project waarbij samengewerkt moet worden, is al minder helder. Wanneer dan ook nog eens personeel ingehuurd moet worden, gaat het vaak mis. Niet moedwillig, maar er worden soms kosten opgevoerd die niet onder de regeling vallen."
De Rekenkamer wil dan ook eenvoudigere regels. "Maar dan krijg je altijd ellenlange discussies met accountants die vinden dat het juridisch niet meer helemaal klopt als het te simpel is", legt hij uit.
Uit het rapport blijkt dat er elf mogelijke fraudegevallen zijn opgespoord. "Die hebben we doorgestuurd naar het bureau Olaf dat namens de EU fraudezaken onderzoekt", zegt Brenninkmeijer.
Nutteloze projecten
De Europese Rekenkamer kijkt ook steeds vaker of de uitgaven wel zin hebben gehad. "Zoals grote infrastructuurprojecten die met EU-geld worden betaald. Denk aan luchthavens, spoorwegen of havens langs de Spaanse kust. Het resultaat is vaak een terminal zonder passagiers of een haven zonder perspectief. Dat irriteert belastingbetalers, dat beeld van nutteloze projecten."
Overigens krijgt een aantal EU-landen het toegezegde geld niet op. Bulgarije, Litouwen, Roemenië en Letland hebben de grootst mogelijke moeite om het geld uit te geven aan projecten die aan de EU-eisen voldoen. Nederland heeft daar geen problemen mee.
De Europese Rekenkamer controleert de ontvangsten en uitgaven sinds 1994. Nog nooit werd een voldoende gegeven, maar dat had weinig gevolgen. De lidstaten en het Europees Parlement keurden de jaarcijfers toch steeds goed.