Presidenten en sport: de ongebruikelijke zet van Trump
Maarten Berkelaar
redacteur Bureau Washington
Maarten Berkelaar
redacteur Bureau Washington
Het begon allemaal met de topsporter Stephen Curry. De basketballer van kampioensteam Golden State Warriors wist niet of hij Trumps uitnodiging op het Witte Huis zou accepteren, zei hij vorige week. De president reageerde gepikeerd op Twitter. "Een bezoek aan het Witte Huis is een grote eer voor een kampioensteam. Stephen Curry aarzelt. Daarom trek ik mijn uitnodiging in."
Dezelfde dag moesten ook de American Football-spelers die vorig jaar als protest tegen racisme en politiegeweld weigerden te staan tijdens het volkslied, het ontgelden. Tijdens een speech in Alabama eiste Trump een harde aanpak van protesterende NFL-spelers: "haal die 'son of a bitch' van het veld!" Hij spoorde de clubs ook aan die sporters te ontslaan.
Een weekend vol spelersprotesten volgde. Reacties van grootheden uit andere sporten bleven niet uit. In een tweet noemde basketbal-ster LeBron James de president een "sukkel". In één weekend haalde Trump, die doorgaans graag op de foto gaat met sporthelden, zich de woede van honderden sporters en sportbestuurders op de hals.
In de VS is de band tussen de president en de sportwereld doorgaans innig. Tijdens de verkiezingscampagne laten presidentskandidaten zich graag zien bij sportwedstrijden. Het is een goede kans om de sympathie van de lokale bevolking te winnen. Amerikaanse presidenten nodigen traditioneel ook kampioensteams uit op het Witte Huis.
De kampioenen worden geprezen: door hard te werken hebben deze mannen en vrouwen de top bereikt. Dit zijn waarden die Amerikanen belangrijk vinden. Wie wil daar nou niet mee geassocieerd worden?
Barack Obama wist als geen ander hoe hij de sportwereld voor eigen politiek gewin kon inzetten. Obama gebruikte sport om zijn imago als jonge, eigentijdse politicus te onderstrepen. Zijn sportkennis en liefde voor het spel boden hem een opening om met bijna iedereen een gesprek aan te gaan.
In zijn boek Celebrity in Chief: A History of the Presidents and the Culture of Stardom legt Kenneth T. Walsh uit dat "een goede omgang met populaire sporters en teams het imago van een president versterkt. Ook geeft het hem geloofwaardigheid bij de fans als een gewone man en linkt het hem aan de popcultuur."
Obama maakte hier handig gebruik van, bijvoorbeeld toen hij begin 2016 samen met de president van Cuba, Raul Castro, naar een honkbalwedstrijd ging als teken van toenadering.
"Door de geschiedenis heen heeft sport de kracht gehad om ons samen te brengen", voegde Obama er later aan toe.
Hij gebruikte ook profsporters voor zijn campagnes. Zo zetten basketbalgrootheden als Stephen Curry en LeBron James zich in voor Obama's liefdadigheidsprojecten, zoals het jongerenprogramma My Brother's Keeper.
In een sportomgeving liet Obama ook zien dat hij wist hoe hij met witte en zwarte Amerikanen om moest gaan. De Amerikaanse journalist Ta-Nehisi Coates beschrijft hoe hij dit deed. "Ze zagen hem (Obama) binnenkomen in een kleedkamer, een zakelijke handdruk geven aan een witte medewerker en vervolgens werd Kevin Durant (basketballer) met iets meer gevoel gegroet."
Ook andere presidenten gebruikten sport als bindmiddel en om zelf aan populariteit te winnen. Zo gooide George W. Bush, zwaarbewaakt en met een kogelvrij vest, de eerste bal in het honkbalstadion van de New York Yankees na 9/11. Op die manier benadrukte hij zijn betrokkenheid bij de New Yorkers.
Ook Trump gebruikte sport tijdens zijn campagne om zijn populariteit te versterken. Hij is goed bevriend met Robert Kraft (eigenaar van American football-team New England Patriots) en Dan Gilbert (baas van basketbalteam Cleveland Cavaliers).
Tom Brady, een van de bekendste Amerikaanse sporters, sprak ook zijn steun uit voor Trump. Een handvol andere eigenaren en coaches uit de NFL deden hetzelfde. Kraft en andere bobo's gingen zelfs zo ver dat ze 1 miljoen dollar doneerden voor de festiviteiten tijdens Trumps inauguratie.
Focus op sport
Na de gebeurtenissen van afgelopen weekend hebben zelfs zijn goede sportvrienden zich tegen hem gekeerd. Volgens Robert Kraft zaait Trump alleen maar verdeeldheid met zijn uitspraken. "Er is niets wat mensen meer verenigt dan sport. Helaas is er niets dat de mensen zo verdeelt als de politiek." Trump kan overigens nog wel rekenen op de steun van de autoracewereld en het ijshockey. Twee sporten die zo goed als volledig wit zijn en een wit publiek hebben.
Trump heeft nu ruzie met de sportwereld, maar of het hem ook echt pijn gaat doen valt te betwijfelen. Een peiling van de Quinnipiac University liet zien dat 63 procent van de witte bevolking tegen de protesten is en dat 74 procent van de zwarte bevolking de protesten steunt. De steun van de witte bevolking, die zo cruciaal was voor zijn verkiezingsoverwinning, lijkt hij dus niet te hebben verloren.
Aanhangers van Trump gaan zelfs zo ver dat ze shirtjes van de NFL verbranden en daar video's van op sociale media delen.