Bunker Seyss-Inquart blootgelegd voor restauratie
In Apeldoorn is deze week de commandobunker van Seyss-Inquart blootgelegd voor restauratiewerkzaamheden. Het is de bedoeling dat de schuilplaats van de hoogste nazi-leider van bezet Nederland uiteindelijk toegankelijk wordt gemaakt voor bezoekers.
Geschrokken door Dolle Dinsdag verhuisde Seyss-Inquart september 1944 zijn hoofdkwartier van Den Haag naar een villa aan de Loolaan, op een steenworp afstand van het paleis. In de tuin liet hij een bunker aanleggen om te gebruiken bij aanvallen van de geallieerden. Seyss-Inquart had daar een werk- en slaapkamer, bad, douche en telefooncentrale. Aan de muur werden Perzische tapijten opgehangen uit Paleis Het Loo.
De Duitsers gebruikten het complex van gewapend beton tot mei 1945. Kort na de oorlog werd de bunker een toeristische trekpleister, maar in de jaren 50 werd de toegang beperkt. Tegenwoordig is in de villa van Seyss-Inquart een makelaarskantoor gevestigd. De bunker is sinds 2000 rijksmonument.
Een stichting kreeg deze zomer 40.000 euro om de bunker te herstellen. Omdat er een flinke laag water in de schuilkelder staat, wordt het gebouw eerst waterdicht gemaakt. Daarvoor is de begroeiing en de grond deze week van de bunker verwijderd.
Wie niet kan wachten tot de werkzaamheden zijn voltooid kan dankzij cultuurhuis CODA de bunker ook virtueel bezoeken. Er is een digitale reconstructie gemaakt van hoe de bunker er in 1948 moet hebben uitgezien.