Ontuchtzaak De Bilt: 'je kunt dit nooit 100 procent voorkomen'

"Toen ik het hoorde dacht ik: hè, wat een ellende", zegt Gjalt Jellesma, voorzitter van BOinK, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang. "Ook omdat we juist graag willen dat er meer mannen in de kinderopvang gaan werken, omdat dat goed is voor de ontwikkeling van kinderen."

Jellesma reageert op de zaak in De Bilt. Gisteravond werd bekend dat een 27-jarige mannelijke medewerker van kinderopvangbedrijf Partou wordt verdacht van ontucht met twee meisjes. Partou verzorgt buitenschoolse opvang voor kinderen tussen vier en twaalf jaar.

'Uiterst professioneel'

De manier waarop het Openbaar Ministerie en Partou de zaak hebben opgepakt noemt Jellesma "uiterst professioneel". Hij vindt het vooral goed dat het OM zo snel nadat het misbruik aan het licht was gekomen een bijeenkomst voor de ouders had georganiseerd.

"Dat is heel belangrijk. Ouders zijn natuurlijk ontzettend bezorgd dat hun kind ook op een of andere manier hierbij betrokken is en willen kunnen nagaan of ze signalen bij hun kinderen gemist hebben of er speciaal gedrag is geweest."

Toch is het volgens Jellesma nooit 100 procent te voorkomen. "Ook niet als we alle mannen uit de omgeving van kinderen zouden weren. Het overgrote deel van het misbruik vindt in de huiselijke omgeving van het kind plaats en niet op de kinderopvang."

Hofnarretje

Na de gebeurtenissen in 2010 bij de Amsterdamse crèche Het Hofnarretje waarbij door Robert M. tientallen kinderen werden misbruikt, zijn allerlei protocollen opgesteld en aangescherpt om dit soort situaties te voorkomen.

Zo is het vierogenprincipe ingevoerd, dat betekent dat er altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Al is dit volgens Jellesma in de praktijk niet altijd haalbaar. "Als op een crèche een kind helemaal overstuur is, moet je het even apart kunnen nemen om het te kalmeren."

"En voor de buitenschoolse opvang geldt dat de kinderen zo veel mogelijk zelf buiten spelen. Dat doen ze op verschillende plekken en daar kun je als begeleiders dus ook niet steeds met z'n tweeën bovenop staan."

Privacy

"Er zijn grenzen aan wat je kan doen. Je kan alles wel vol camera's hangen, maar ook kinderen hebben recht op privacy." De protocollen en regels die zijn opgesteld zijn volgens hem wel heel goed geweest voor de bewustwording over wat er mis zou kunnen gaan.

"Maar, er bestaat geen 100 procent veilige omgeving", zegt Jellesma. "Ik heb weleens het idee dat mensen soms heel lang dit soort gevoelens onderdrukken en dan op een zeker moment toch toegeven aan dingen die natuurlijk absoluut onacceptabel zijn."