Nieuw Rwanda: opgeruimd en gereguleerd, maar ook repressie en armoede

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

Ruim twintig jaar na de genocide wordt Rwanda tegenwoordig gezien als voorbeeld voor de regio: er is vrede, de economie groeit en het is er schoon. Toch is het er niet zo keurig als het lijkt. Deze week kiest het land een president.

Op het vliegveld moet de koffer open. Een medewerkster spit door de kleren. "U heeft een plastic tasje bij zich, dat mag hier echt niet mee naar binnen. Sinds 2008 zijn plastic tasjes verboden." Het is onderdeel van het nieuwe Rwanda, het opgeruimde Rwanda van na de genocide waar alles strikt is gereguleerd.

Economie in Rwanda bloeit

In 1994 kwamen ruim 800.000 Tutsi's en zo'n 20.000 gematigde Hutu's om het leven toen ze in honderd dagen tijd door Hutu-extremisten werden vermoord. Sinds de gruwelijke volkerenmoord is het land in het Grote Merengebied ver gekomen.

Er is vrede en de economie groeit gestaag. De hoofdstad Kigali is een visitekaartje voor het land, met een indrukwekkende skyline en straten die zo vaak geveegd worden, dat er bijna geen afval te vinden is. Rwanda wordt ook geroemd om de introductie van een zorgstelsel en verbetering van het onderwijs.

Maar op het platteland is het leven voor veel Rwandezen nog steeds erg zwaar. Tegen 40 procent van de bevolking leeft er onder armoedegrens. Er liggen slechts tientallen kilometers tussen het opgepoetste stadshart en families die wonen langs onverharde wegen vol kuilen.

In zo'n arme buitenwijk van Kigali woelen Rwandezen met pikhouwelen de grond om. Het is de laatste zaterdagochtend van de maand en dat betekent dat ze verplicht zijn om de handen ineen te slaan en een project aan te pakken in hun buurt.

Verzoening

Het verplichte werk is na de genocide ingesteld door de regering om het land op te bouwen en in de hoop dat het samen klaren van een grote klus leidt tot verzoening.

Deze ochtend bouwt de buurt een nieuwe weg zodat ze makkelijker op de lokale begraafplaats kunnen komen. Slager Claude is een van de buurtleiders. "We zijn blij dat we kunnen helpen het land te ontwikkelen", zegt hij. "En kijk", wijst hij naar zijn buurtgenoten, "Hutu's en Tutsi's werken hier samen."

Dit allemaal vooral onder leiding van Paul Kagame, al zeventien jaar president van Rwanda. Eigenlijk zou hij dit jaar, na twee termijnen, af moeten treden. Maar na een grondwetswijziging is hij toch weer kandidaat voor de regeringspartij, het Rwandees Patriottisch Front (RPF).

Mensen zijn bang dat ze gezien worden als vijanden als zich bij een andere partij aansluiten.

Frank Habineza, leider van de Rwandese Groenen

De ontwikkelingen onder leiding van de RPF klinken positief. Maar dat het land zo stabiel overkomt, is omdat de regering ook op andere gebieden de teugels strak houdt. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat er in Rwanda sprake is van repressie en intimidatie, dat oppositieleden en kritische journalisten worden opgepakt en soms verdwijnen en dat er geen vrijheid van meningsuiting is.

Alle Rwandezen die helpen de nieuwe weg aan te leggen, vertellen je dat ze van hun president houden en dat ze het geen probleem vinden om op hun vrije ochtend te werken. Maar zodra je even weg gaat staan van de groep, hoor je andere geluiden.

Datzelfde geldt als je in Rwanda vraagt of de verzoening tussen Hutu's en Tutsi's werkt, en op wie ze gaan stemmen. In het openbaar zijn de antwoorden heel anders dan binnenskamers.

Frank Habineza, leider van de Rwandese Groenen

Een van de weinigen die openlijk kritiek durft te uiten is Frank Habineza, leider van de Rwandese Groenen. Hij zegt dat veel Rwandezen hem niet durven te steunen. "Mensen zijn bang dat als ze gezien worden als vijanden van de staat en worden gestraft als ze zich bij een andere partij aansluiten."

De kansen van Habineza zijn daarmee nihil. Kagame won de vorige twee verkiezingen met ruim 90 procent van de stemmen. En deze week zal hij zeker herkozen worden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl