Kroatië zorgt voor Hongaarse kater in WK-finale
De Kroatische waterpoloërs zijn in Boedapest voor de tweede keer in de geschiedenis wereldkampioen geworden. In een bomvol Alfréd Hajós-stadion op Margaretha-eiland in de Donau, werd gastland Hongarije met 8-6 geklopt.
Kroatië verloor in de WK-finale van 2015 en de olympische finale van 2016 van Servië. In Boedapest nam de ploeg revanche door de Serviërs in de halve finales met 12-11 te verslaan.
Hongarije (wereldkampioen in 2013) had op de EK's van 2014 en 2016 en de WK van 2015 van de Kroaten gewonnen en er werd in Boedapest dan ook reikhalzend uitgekeken naar deze 'thuisfinale'.
Al na het openingskwart leken de Hongaren echter te kunnen fluiten naar de titel. Waar de nerveuze Hongaren nul keer raak schoten uit zeven doelpogingen, liep Kroatië uit naar 4-0.
Comeback Hongaren
Hongarije weigerde echter te capituleren. In de volgende twee kwarten vervulde doelman Viktor Nagy (met de hulp van paal en lat) een heldenrol en drie minuten voor het einde van de derde periode kwam de ploeg zelfs langszij.
De geslaagde inhaalrace zorgde even voor verslapping en nog voor het einde van het derde kwart liep Kroatië door twee treffers van de voormalig Spaans international Javier Garcia uit naar 6-4.
In het slotkwart vergrootten de Kroaten de voorsprong tot 7-4, maar na enkele magistrale reddingen van Nagy en twee treffers van Marton Vamos werd het toch weer spannend.
De Kroatische ster Sandro Sukno, die ook al drie goals maakte tegen Servië, maakte met zijn derde tegen Hongarije een einde aan die spanning.
Brons voor Servië
Het brons in Boedapest ging naar Servië. De olympisch en uittredend wereldkampioen was met 11-8 te sterk voor Griekenland.