Meer samenwerking Frankrijk en Rusland in strijd tegen terrorisme
Frankrijk en Rusland gaan meer samenwerken in de strijd tegen terrorisme. Dat zei de Franse president Macron na een gesprek met zijn Russische ambtgenoot Poetin in het paleis van Versailles.
Beëindiging van de oorlog in Syrië is essentieel in de aanpak van terrorisme, zeiden Macron en Poetin op de afsluitende persconferentie. De landen richten daarom een gezamenlijke werkgroep op om vrede en democratische veranderingen te bereiken in Syrië.
Rode lijn
Macron benadrukte dat er voor Frankrijk een rode lijn is in de strijd. Als er wordt vastgesteld dat er chemische wapens worden gebruikt, komt Frankrijk met represailles.
Vorige maand kwamen zeker honderd mensen om het leven in Syrië bij een gifgasaanval. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten werd de aanval uitgevoerd door Syrische of Russische straaljagers.
Macron en Poetin spraken ook over de situatie in Oekraïne. Op de persconferentie zei Macron daarover alleen dat het overleg dat er is, wordt voortgezet.
Propaganda
De Franse president haalde ook uit naar enkele Russische media. Hij noemde tv-zender RT en nieuwssite Sputnik (die door het Kremlin worden betaald) "propaganda" voor Marine Le Pen, zijn tegenstander bij de presidentsverkiezingen.
Poetin zei dat hij op geen enkele manier heeft de verkiezingen in Frankrijk heeft beïnvloed. Tijdens de campagne maakte Poetin er geen geheim van een voorkeur voor Marine Le Pen te hebben; hij ontving haar zelfs op het Kremlin. Bovendien lekte kort voor de presidentsverkiezing e-mails van Macron uit. Zijn campagneteam beschuldigde Rusland van een hack.
Aardig
Voor het overige was de sfeer gemoedelijk op de persconferentie, zegt Frankrijk-correspondent Frank Renout. "Ze waren aardig voor elkaar, er zijn geen opvallende meningsverschillen behandeld."
Beide presidenten hadden volgens Renout iets te winnen. "Macron wil met de uitnodiging aan Poetin laten zien dat hij meetelt op het wereldtoneel. En Poetin laat met zijn bezoek aan Frankrijk zien dat hij misschien toch niet zo'n boef is zoals hij in het Westen vaak wordt afgeschilderd."