Het konvooi van minister Kaya wordt tegengehouden door de politie
NOS Nieuws

Politie mocht geweld gebruiken tegen Turkse minister Kaya

Als de Turkse minister Fatma Kaya van Familiezaken in maart op geen enkele manier had meegewerkt, had ze in het uiterste geval mogen worden aangehouden. Dat blijkt uit informatie die de NOS heeft verkregen na een WOB-verzoek.

De opdracht haar desnoods aan te houden is saillant, omdat in dat geval desnoods geweld gebruikt zou mogen worden. Daaruit blijkt dat het kabinet bereid was om tot het uiterste te gaan om te voorkomen dat Kaya in Nederland een toespraak zou houden over het Turkse referendum.

Uiteindelijk stapte Kaya zelf uit haar auto over in een Nederlands voertuig dat haar naar Duitsland bracht. Ze werd toen al enige uren tegengehouden in Rotterdam. Burgemeester Aboutaleb zei eerder al in Nieuwsuur dat hij toestemming had gegeven om te schieten mocht de situatie uit de hand lopen.

Stappenplan

De opdracht om de Turkse minister in het uiterste geval aan te houden werd namens het kabinet schriftelijk door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) Dick Schoof overgebracht aan de korpsleiding van de Nationale Politie en de Marechaussee.

Volgens de opdracht van het kabinet moesten de politie en marechaussee volgens een stappenplan te werk gaan. Eerst moesten ze de auto van de Turkse minister traceren en haar "dringend te verzoeken direct terug te keren naar het land waar zij vandaan is gekomen".

Om de situatie niet direct te laten escaleren, was de opdracht "haar niet aan te houden en geen onnodig geweld te gebruiken, maar alle overige middelen te gebruiken om haar op veilige wijze te doen begeven naar Duitsland".

Het doel was "op vriendelijke wijze haar medewerking te verkrijgen", schrijft de NCTV aan de korpsleiding van de Nationale Politie. Maar als ze niet meewerkte, moest de minister de toegang tot Nederland worden geweigerd en direct naar Duitsland worden teruggebracht.

Diplomatieke crisis

Indien ze zich tegen de terugkeer naar Duitsland zou verzetten, moest de minister toch worden aangehouden, blijkt uit de opdracht aan de politie en marechaussee. Dat zou zeker hebben geleid tot een nog grotere diplomatieke crisis tussen Turkije en Nederland.

Zover is het niet gekomen, omdat minister Kaya in de nacht van 11 op 12 maart op het allerlaatste moment uit haar gepantserde auto stapte en zich door de politie naar de Duitse grens liet brengen. Ook de beschikking dat haar de toegang tot Nederland werd geweigerd, is daardoor uiteindelijk niet aan haar uitgereikt. Ze werd dus niet tot ongewenst vreemdeling verklaard.

Volgens de interne documenten van het ministerie van Veiligheid en Justitie had de minister kunnen worden aangehouden omdat er geen sprake was van een officiële missie. Nederland had immers niet ingestemd met een missie; daardoor genoot de Turkse minister geen immuniteit.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl