Vakbond vindt prijs voor beste daler in Giro onverantwoord
De internationale rennersvakbond CPA gaat nog vandaag om tafel met de organisatie van de Giro. Onderwerp van gesprek: de nieuwe prijs voor de beste daler van het peloton. "Die kan echt niet."
Speciaal voor de honderdste editie krijgt de renner die op tien verschillende plekken in het parcours het snelste daalt, een geldbedrag. Een noviteit, maar wel een heel gevaarlijke.
Dat vindt ook Bobbie Traksel, voorzitter van de atletencommissie van de UCI en voorzitter van de Nederlandse rennersvakbond. "Je moet de risico's niet groter maken dan ze al zijn. In 2011 overleed mijn maatje Wouter Weylandt na een val in een afdaling. En dat was gewoon in koers. Kortom: het is al gevaarlijk genoeg."
Dat het niet de beste renners van het peloton zijn die voor de nieuwe prijs (5.000 euro voor de eindwinnaar) gaan, helpt niet mee. "Een goede renner gaat hier niet voor rijden. De kleine ploegjes zullen hier wel voor gaan. Het is naast het geld toch ook wel een eer om in Milaan op het podium te mogen staan", zegt Traksel.
"Ik was waarschijnlijk zelf een renner geweest die er wel oren naar had gehad", is de oud-winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne (2008) openhartig.
Gesprek
Traksel weet dat de voorzitter van de CPA, Gianni Bugno, vandaag nog een gesprek heeft met de RCS. Hij verwacht dat de prijs geschrapt wordt. "Ja, we moeten hier snel mee kappen. Of er acties komen als dat niet gebeurt? Nou, volgens mij is Gianni weer helikopterpiloot tijdens deze Giro, dus er zou weleens een signaal kunnen wegvallen", besluit Traksel met een knipoog.