'Jojo-effect in kinderopvang door kabinetsbeleid'

Dat het aantal kinderen dat naar de opvang gaat de afgelopen jaren zo wisselt, komt door "het jojo-effect" van het kabinetsbeleid, stelt voorzitter Gjalt Jellesma van BOinK, de belangenclub van ouders met kinderen in de opvang.

"Doordat ouders niet weten waar ze precies aan toe zijn door de steeds wijzigende vergoeding voor de kinderopvang, gaan ze op zoek naar alternatieve opvangmogelijkheden", zegt Jellesma. "In de ons omringende landen is kinderopvang veel beter geregeld, daardoor is de participatie van ouders op de arbeidsmarkt ook groter. Daar is duidelijkheid."

Steeds meer kinderen maken gebruik van opvang. Volgens cijfers van het ministerie van Sociale Zaken en de Belastingdienst gingen in het vierde kwartaal van vorig jaar 702.000 kinderen naar de kinderopvang. In 2015 waren dat er 639.000 en in 2014 620.000. Over het hele vorig jaar waren dat er 682.000.

Het gemiddelde aantal uren dat een kind naar de opvang gaat neemt wel af. In 2015 was het aantal uren nog 58,1 per maand en in 2016 liep dat terug naar 57.3 uur.

Deeltijd

"In Nederland is de arbeidsparticipatie hoog", merkt hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen op. "Dat wil zeggen in personen die werken, maar er wordt veel deeltijd gewerkt. En het aantal uren dat men werkt stijgt niet makkelijk."

En dat heeft gevolgen voor de opvang. "Ouders zijn in Nederland niet gewend om hun kinderen een hele week naar de opvang te brengen. Dat maakt het lastig om een constant gevulde opvang te krijgen", zegt Jellesma. 

"Doordat bezuinigingen nu weer teruggedraaid worden, zie je dat ouders weer meer hun kinderen naar de opvang brengen, maar wel voor minder uren. Want het kan maar zo zijn dat er volgend jaar weer bezuinigd wordt."