De koning kwam, de majesteit verdween
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis
Piet van Asseldonk
Redacteur Koninklijk Huis
Deze maand wordt Willem-Alexander 50 jaar en is hij vier jaar koning. Sinds zijn aantreden is de ietwat afstandelijke aanduiding ‘de majesteit’, in zwang geraakt tijdens het koningschap van Beatrix, goeddeels uit het spraakgebruik verdwenen.
Dat zegt iets over de manier waarop mensen aankijken tegen de ambtsinvulling van Willem-Alexander. Een meerderheid van de bevolking waardeert de politieke neutraliteit, de benaderbaarheid en de jovialiteit van het gekroonde staatshoofd. De steun voor de monarchie daalt de laatste jaren sneller dan die voor de koning.
Daarnaast speelt een hernieuwde aandacht voor de waarde van onze nationale identiteit zoals tot uiting gekomen in de recente stembusstrijd, de koning in de kaart. Hij is immers een nationaal symbool bij uitstek.
Eigen stijl
Aan dit lijstje kan de Max-factor, de onverkort grote populariteit van koningin Máxima en beider pogingen om in tijden van verdeeldheid en polarisatie een ‘samenbindende’ rol te spelen, worden toegevoegd.
Los van wat pijnlijke incidenten rond de kosten van de monarchie en kritiek op de luxe levensstijl van het koningspaar, lijkt het Willem-Alexander gelukt met een geheel eigen stijl succesvol in de voetsporen van zijn moeder te treden. Het in onbruik raken van de betiteling ‘de majesteit’ is hiervan een illustratie.
Zo rond 2010, in de nadagen van het 33-jarig koningschap van Beatrix, raakte die in zwang. Overigens alleen in het spraakgebruik, niet in officiële stukken en toespraken. Een nieuwe generatie politici, niet gebukt onder autoriteitenvrees, had het meer en meer over ‘de majesteit' als ze over koningin Beatrix spraken. Zelfs premier Rutte deed het.
De aanspreekvorm majesteit werd zodoende getransformeerd tot een 'gewoon' zelfstandig naamwoord met lidwoord. Journalisten en burgers namen deze 'taalkundige innovatie' massaal over.
De verkorting van de officiële aanduiding ‘Hare Majesteit de Koningin’ tot het wat afstandelijke en licht neerbuigende 'de majesteit' werd algemeen geïnterpreteerd als een reactie op de protocollaire, deftige regeerstijl van Beatrix.
Bij haar aantreden in 1980 had koningin Beatrix laten doorschemeren bij voorkeur met 'majesteit' aangesproken te willen worden en niet met 'mevrouw', zoals haar moeder Juliana dat graag wilde. Dat hing samen met de wens van Beatrix om het koningschap meer allure, aanzien en autoriteit te geven.
Koning Willem-Alexander ("Ik ben geen protocolfetisjist”) liet meteen al bij zijn aantreden weten dat het hem niet veel uitmaakte hoe hij aangesproken zou worden. In een televisie-interview aan de vooravond van zijn inhuldiging legde hij uit dat er "in formele omstandigheden formele protocollen zijn”, maar hij voegde daar in één adem aan toe: “Het gaat er mij meer om dat mensen op hun gemak zijn als ik bij ze ben, dan dat ze, over woorden struikelend, verder niets meer durven te zeggen."
Aan deze woorden heeft de koning zich gehouden. Het maakt Zijne Majesteit de Koning, blijkens zijn reacties op mensen die hij tijdens zijn bezoeken in het land ontmoet, niet echt uit hoe ze hem aanspreken.
Die verkleinde afstand tussen vorst en volk is niet helemaal zonder risico. Als koning moet Willem-Alexander, temeer omdat hij nauwelijks politieke macht heeft, het hebben van populariteit, maar als staatshoofd en lid van de regering kan hij niet zonder enige vorm autoriteit. Dat blijft balanceren.