'Groot tekort aan kankermedicijnen Syrië'

Familieleden van zieke kinderen hebben matrasjes en kleding meegenomen, voor het geval ze lang moeten wachten. Het is druk op de oncologie-afdeling van het kinderziekenhuis in Damascus, een stad die voor het grootste gedeelte in handen is van de regering. Iedere week komen in het ziekenhuis zo'n 200 kinderen voor een behandeling tegen kanker, 70 procent komt van buiten de stad.

Het kinderziekenhuis is een van de weinige dat nog in gebruik is in het land. En omdat het een specifieke behandeling betreft, namelijk tegen kanker, heeft het ziekenhuis moeite met de grote stroom patiënten. Ook kampt het ziekenhuis met een groot tekort aan medicijnen.

'Nierkanker'

Veel mensen zijn van ver buiten Damascus gekomen. Een van hen is de 55-jarige Naim der Moussa. Hij woont nu een jaar in Damascus met zijn 10-jarige dochter Waad, die kanker heeft. Hij moest zijn vrouw en andere zes kinderen achterlaten in de oostelijke stad Deir al-Zor, bijna 500 kilometer van Damascus, waar hard wordt gevochten tussen de regeringstroepen van Assad, rebellen en IS.

"Mijn dochter heeft nierkanker", zegt Der Moussa tegen persbureau Reuters. "Ze wordt hier behandeld, maar onlangs is er ook kanker in haar longen gevonden."

In de wachtkamer zit ook Nawal uit de bergachtige regio Qalamoun, ten noorden van Damascus. Om de twee weken reist ze met haar 14-jarige dochter naar het ziekenhuis voor chemotherapie tegen leukemie. Een reis van zo'n twee uur.

"Er zijn geen ziekenhuizen of liefdadigheidsinstellingen in Qalamoun", zegt Nawal. "De behandeling tegen leukemie wordt alleen aangeboden in het kinderziekenhuis in Damascus."

Tekort

Het slepende conflict in het land heeft de gezondheidszorg in Syrië lamgelegd. Ooit stond het land bekend om zijn goede gezondheidszorg, een van de beste in het Midden-Oosten. Maar daar is nog maar weinig van over. Minder dan de helft van de ziekenhuizen is nog in bedrijf.

Ook is er een groot tekort aan artsen. Syrië telde ooit ongeveer 42.000 artsen. Van hen zijn er 15.000 tot 27.000 het land ontvlucht. Tenminste 247 artsen en 38 geneeskundestudenten zijn al omgekomen sinds het begin van de oorlog. Naar schatting zijn er ook nog eens ruim 800 medici vastgezet en gemarteld.

Naast de bombardementen, de kogels en de explosies, sterven veel kinderen in Syrië door ziektes waarvoor, met de juiste medicijnen, genezing in sommige gevallen mogelijk zou zijn. Maar toegang tot deze medicijnen blijft moeilijk.

Ook de oncologie-afdeling van het kinderziekenhuis heeft een groot probleem. Het zijn volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vooral de westerse sancties die de import van medicatie belemmeren - ondanks dat medische benodigdheden zijn vrijgesteld van de maatregelen. Veel farmaceutische bedrijven willen hun vingers niet branden aan export naar Syrië, uit angst voor boetes of handelssancties.

Ook heeft volgens Elizabeth Hoff van de WHO de Syrische overheid sinds 2011 al het overheidsgeld in de oorlog gestoken. Daarnaast is de waarde van het Syrische pond met 90 procent gedaald, waardoor sommige medicijnen onbetaalbaar zijn geworden.

Lang niet voldoende

De economische sancties treffen uiteindelijk vooral Syrische burgers, zegt Hoff. De WHO brengt essentiële geneesmiddelen en medische voorraden uit Europa, Noord-Afrika en Azië naar Syrië. Amerikaanse producten mogen niet worden geïmporteerd.

Inmiddels is het de WHO gelukt om met fondsen uit Koeweit medicijnen te importeren voor zo'n 16.000 kankerpatiënten; duizenden daarvan zijn kinderen met leukemie.

Het is nog lang niet voldoende. Naast kankermedicatie is er volgens Hoff ook een tekort aan insuline, anesthetica, specifieke antibiotica en verschillende vaccins.