Donald Trump tijdens een persconferentie op 16 februari
NOS NieuwsAangepast

'De Trump-lekken bestempelen als Watergate 2.0 is voorbarig'

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

Vorige week was zonder twijfel een van de rumoerigste weken van het prille presidentschap van Donald Trump.

Hij ontsloeg zijn Nationale Veiligheidsadviseur vanwege een telefoongesprek met de Russische ambassadeur. Vervolgens onthulde de New York Times dat medewerkers van Trump tijdens de verkiezingscampagne geregeld contact hadden met de Russische inlichtingendiensten.

Commentatoren roken dat er een schandaal van kolossale omvang in de maak was. De term Watergate viel steeds vaker in Washington. "Watergate was het grootste politieke schandaal in mijn leven. Tot nu misschien", zei de bekende Amerikaanse journalist Dan Rather, die in de jaren 70 voor verslag deed van het schandaal.

Maar gaat die vergelijking wel op?

Het Watergate-schandaal legde tal van misdrijven bloot.

Arjen van der Horst, correspondent

Watergate begon met een inbraak bij het hoofdkwartier van de Democratische Partij in het Watergate-complex in Washington D.C. Journalisten Carl Bernstein en Bob Woodward onthulden dat de inbraak was uitgevoerd door de commissie die de herverkiezing van president Nixon moest veiligstellen.

De twee verslaggevers van de Washington Post legden een wijdverbreid complot bloot om de Democratische partij te ondermijnen. Ook toonden ze aan dat de president het schandaal in de doofpot probeerde te stoppen. Hun ontdekkingen leidde ertoe dat president Nixon hen bestempelde als 'de vijand'.

Uiteindelijk werden tientallen hooggeplaatste leden van Nixons regering voor de rechter gesleept en veroordeeld. Nixon zelf trad af. Het Watergate-schandaal legde tal van misdrijven bloot. Maar dat kunnen we nog niet zeggen over de recente onthullingen over Trumps medewerkers.

Krantenkoppen over het opstappen van Nixon

De contacten tussen Team Trump en de Russische autoriteiten zijn misschien verdacht, maar niet per definitie illegaal. Hetzelfde geldt voor de gesprekken die Michael Flynn had met de Russische ambassadeur. Het is bovendien nog steeds niet duidelijk of Trump hierbij direct betrokken was. Dat is een vraag die een aantal onderzoekscommissies nu moet beantwoorden.

In het boek All the president’s men beschreven Woodward en Bernstein dat ze één bron hadden bij de Amerikaanse inlichtingendiensten. Hij had de codenaam Deep Throat.

Dertig jaar later werd de bron onthuld als Mark Felt, die tijdens Watergate vice-directeur was van de FBI. Felt gaf vaak cryptische, maar cruciale aanwijzingen die het journalisten-duo op weg hielpen in zijn graafwerk.

Mark Felt bij een interview met de CNN

De verslaggevers die de recente onthullingen deden over Team Trump, hebben het wat dat betreft een stuk makkelijker gehad. De inlichtingendiensten lekten de laatste maanden aan alle kanten. Het Washington Post-verhaal over Michael Flynn had maar liefst negen (anonieme) bronnen.

De New York Times had vier bronnen binnen de overheid voor zijn verhaal over de contacten tussen Trump-medewerkers en de Russen. We moeten voorzichtig zijn met dit soort primeurs. In de eerste plaats kunnen we zelf niet controleren wie de bronnen zijn en wat ze allemaal zeggen. Bovendien moet je je altijd afvragen wat de bedoelingen zijn van de lekkende partijen.

Het Watergate-complex

Het is redelijk om te veronderstellen dat ze niet gedreven zijn door enkel nobele motieven, maar dat ze erop uit zijn om Trump in diskrediet te brengen. Het is immers oorlog tussen de president en de inlichtingendiensten.

De lekkende personen lijken de regie stevig in handen te hebben. Zo vertelden ze de New York Times dat de inlichtingendiensten gesprekken tussen medewerkers van Trump en de Russen hebben onderschept en opgenomen, maar gaven ze vervolgens niets vrij over de inhoud van de gesprekken.

Als er echt sprake zou zijn van illegale activiteiten, zou je verwachten dat dit meteen naar buiten was gekomen. Wellicht gaat dat alsnog gebeuren. Who knows?

President Nixon, die aftrad na het Watergate-schandaal

Nog een reden om voorzichtig te zijn: is het waar wat de inlichtingendiensten vertellen? De New York Times-journalist Judith Miller publiceerde in de aanloop naar de invasie in Irak in 2003 een hele reeks verhalen over de dreiging van massavernietigingswapens van Saddam Hoessein.

Het hielp de regering-Bush twijfelende burgers te overtuigen dat Irak een groot gevaar was. Millers verhalen waren gebaseerd op bronnen bij de inlichtingendiensten, maar daarvan bleek achteraf niets te kloppen.

Journaliste Judith Miller onderweg naar de rechtbank in 2005

De inlichtingendiensten hebben er geen moeite mee om soms glashard te liegen: misleiding is immers hun core business. James Clapper, directeur Nationale Inlichtingen, werd in 2013 verhoord door een Senaatscommissie. Hij kreeg de vraag of de inlichtingendiensten op grote schaal Amerikaanse burgers bespioneerden.

Clapper ontkende dat ten stelligste. Klokkenluider Edward Snowden toonde een paar maanden later aan dat Clapper gelogen had. Dat betekent niet dat we de verhalen van de New York Times en de Washington Post op voorhand moeten afwijzen. Dit zijn serieuze media met grote onderzoeksteams die niet over één nacht ijs gaan bij het publiceren van dit soort verhalen. Daaraan gaan uitgebreide controleprocessen vooraf, waarbij ook advocaten betrokken zijn.

Het zou dwaas zijn om de verhalen van de New York Times en Washington Post af te doen als fake news.

Arjen van der Horst, correspondent

Bernstein en Woodward maakten nooit de naam van hun bron bekend - Felt maakte zichzelf in 2005 bekend - maar ze hadden het wel bij het rechte eind. De gelekte informatie die anonieme bronnen aan de Washington Post gaven over Michael Flynn, was ook correct.

De Nationale Veiligheidsadviseur bleek inderdaad gelogen te hebben over zijn contacten met de Russische ambassadeur, zoals hij later ook zelf toegaf. Trump moest hem daarom ontslaan. "De lekken zijn echt", gaf de president toe. Om daar meteen aan toe te voegen: "Maar het nieuws is nep." Een rare redenering.

Als de gelekte informatie inderdaad echt is, zoals Trump erkent, dan zijn ook de verhalen die daarop zijn gebaseerd, echt. Het zou dus dwaas zijn om de verhalen van de New York Times en Washington Post af te doen als fake news. Maar een gezonde dosis kritische distantie is zeker op zijn plaats. En om dit nu al een tweede Watergate-schandaal te noemen is wel erg voorbarig.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl