Het olympische rondje van de wegwedstrijd in Tokio
NOS WielrennenAangepast

Olympische wegwedstrijd in Tokio over twee klimmetjes

Het rondje van de olympische wegwedstrijd in Tokio kent twee klimmetjes van 3,2 en 3,7 procent. Die liggen in een ronde van ongeveer 15,7 kilometer. De mannen rijden dat parcours zestien keer, de vrouwen zeven keer.

Het peloton start in Tokio, gastheer van de Olympische Spelen van 2020. Vanuit het centrum vertrekt het peloton westwaarts, na 24 relatief vlakke kilometers komen de renners aan bij de plaatselijke ronde.

De top van het zwaarste klimmetje tijdens de wegwedstrijd in Tokio

De eerste klim is 1,7 kilometer lang en kent een gemiddelde stijging van 3,2 procent. Na een korte afdaling volgt een klim van 2,3 kilometer lang. Die brengt de renners naar het hoogste punt van het parcours (134 meter boven zeeniveau). Het stijgingspercentage van die klim is 3,7.

Nadat de renners voor de laatste keer de top van het tweede klimmetje bereikt hebben, is het nog twaalf kilometer tot de finish. In die laatste kilometers zitten geen noemenswaardige hoogteverschillen.

Het parcours in Tokio lijkt daarmee minder op het lijf geschreven van de klimmers dan het parcours in Rio tijdens de Spelen van afgelopen zomer. In Rio was de grootste klim nog 8,9 kilometer lang met een maximale stijging van 18 procent.

Vergelijkbaar met Sibbergrubbe

De tweede en zwaarste klim is te vergelijken met de Sibbergrubbe en de Eperheide, die jaarlijks beklommen worden in de Amstel Gold Race.

Het parcours is nog niet officieel goedgekeurd, maar de kans is aanzienlijk dat dit de definitieve olympische route wordt.

De olympische finishstraat in Tokio, hier komen de renners aanrijden over vier jaar

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl