'De jeugd weet niets meer van de kerk, laat staan van een kloosterorde'
"Ik vind het heel jammer dat jonge mensen zich niet meer aangesproken voelen door onze levenswijze, dat spreekt vanzelf", vertelt overste van de kapucijnenorde Gerard Remmers. Het aantal leden van de orde neemt af. Omdat er nog maar negen broeders in het klooster in Den Bosch wonen, hebben de kapucijnen het pand verkocht aan de orde van de franciscanen.
Over een jaar moeten ze eruit, en dan hebben de kapucijnen nog maar één huis in Nederland. Remmers begrijpt wel dat de animo afneemt. "In het verleden had je grote gezinnen. Het was vrij normaal dat iemand het klooster in ging, zeker in Brabant", zegt hij.
Ook de secularisatie in Nederland speelt een belangrijke rol, erkent Remmers. "Veel jonge mensen weten niets meer van kerk of van het geloof, laat staan van een kloosterorde. Je ziet ook dat mensen zich veel moeilijker levenslang committeren aan een bepaalde groep; huwelijken houden het vaak niet langer dan een paar jaar uit. Mensen kiezen vaker voor samenwonen en dan gaan ze ook na een paar jaar uit elkaar. Ze vinden het moeilijk om zich te binden voor het leven."
Celibaat
Ook broeder Philippus, 60 jaar in het klooster, snapt wel dat jongeren niet voor het kloosterleven kiezen. "De taal die wij bezigen, onze gebruiken." Philippus snapt dat dat de jeugd niet aanspreekt.
Zelf is hij wel tevreden met zijn keus. "Het celibaat is natuurlijk soms een beetje moeilijk. Maar over het algemeen ben ik gelukkig."
Er is wel nagedacht om te fuseren met kapucijnen in andere landen. Volgens overste Remmers van de orde zou dat weinig opleveren. "In heel Noordwest-Europa is de situatie bijna hetzelfde, daar spelen dezelfde problemen. Dan kun je wel zeggen: we gaan samen, maar wat heeft dat voor meerwaarde? In België zijn ze nog met een man of 45. Stel dat we met hen zouden fuseren, dan heb je in plaats van 60 oude mannen, zo'n 100 oude mannen. Heeft dat veel zin?"
Remmers zegt dat het wonen in een groepsgemeenschap hem veel geluk heeft gebracht. "Ik ben een heel gelukkig mens. Ik heb altijd in kleine gemeenschappen gewoond, met heel veel plezier."
Zelf woont hij nu in een appartement in Zevenaar, omdat de groep waarmee hij woonde te klein geworden was. "Jammer eigenlijk hoor, want je kiest voor een groepsleven. Dat je alles met elkaar kunt delen. Je hebt een bepaalde vrijheid, maar je doet veel samen. Je eet samen, je bidt samen, je houdt samen je avondrecreatie en je bent regelmatig bij elkaar. Je deelt wat je leven die dag gebracht heeft."