Het dilemma bij liquidatiezaak: ingrijpen of laten gebeuren voor bewijs

Dat de acht zware criminelen in staat waren om iemand om te brengen, stond voor de rechter vast. Alles stond klaar om het te doen: snelle gestolen auto's, een enorme hoeveelheid wapens, allerlei spionageapparatuur en doelwitten. Toch legde de rechter in Amsterdam vanmiddag fors lagere celstraffen op dan tegen de zogenoemde 'liquidatiebende' was geëist.

Hoewel justitie denkt dat de mannen plannen hadden om andere criminelen dood te schieten, is er te weinig bewijs dat ze daarvoor ook concrete voornemens hadden.

Het OM zat in deze zaak in een duidelijke spagaat, vertelt justitieredacteur Remco Andringa in het radioprogramma Nieuws & Co. Omdat vermoed werd dat de acht mannen liquidaties planden, werden ze opgepakt en vastgezet. "Als ze de groep langer in de gaten hadden gehouden, waren ze misschien wel getuige geweest van een concrete liquidatiepoging, en dan was het bewijs er wel", zegt Andringa. "Maar goed, dat durfde het OM niet aan."

Ingrijpen

Officier van justitie Jirko Patist zegt dat altijd moeilijk te bewijzen valt wat er in de toekomst misschien gaat gebeuren. "We willen niet dat er mensen worden doodgeschoten. Dus moesten we een risico nemen en op het moment ingrijpen dat het nog veilig was."

De rechtbank erkende dat de groep was opgericht om moorden te kunnen plegen. Ze hadden zware wapens en hielden andere criminelen met spionageapparatuur in de gaten, maar duidelijke liquidatieplannen zijn niet boven tafel gekomen. Het zou ook kunnen dat ze hun slachtoffers wilden bedreigen, afpersen of gijzelen, stelde de rechter.

Lachen

En dus klonken vandaag in de rechtbank in Amsterdam 'slechts' straffen van drie tot acht jaar cel. Een forse tegenvaller voor het OM, zegt Andringa. "Het klonk zelfs alsof de rechtbank het haast jammer vond dat het geen zwaardere straffen kon opleggen, omdat alles rond deze mannen doordrenkt is van zware criminaliteit."

En de verdachten? "Die liepen glimlachend de zaal uit. Ze waren duidelijk in hun nopjes met acht jaar cel in plaats van zestien jaar", zegt Andringa.

Christian Flokstra, advocaat van een van de verdachten, vindt het terecht dat het voorbereiden van liquidaties niet bewezen is. "Wij betwijfelen ook of het oogmerk van de organisatie wel was om moorden te plegen."