Verkeersvliegers kritisch over akkoord veiliger luchtruim
De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (VNV) is kritisch over het nieuwe akkoord over het vliegen boven conflictgebieden. De piloten betwijfelen of de nieuwe afspraken iets zullen veranderen.
De 191 landen die deelnemen aan de burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties hebben een akkoord bereikt over nieuwe veiligheidsafspraken na de ramp met de MH17.
De landen verplichten zich onder meer om informatie over onveilige situaties in hun eigen luchtruim te delen met andere landen. "Maar op dit moment zijn landen al verantwoordelijk voor de veiligheid van hun eigen luchtruim”, zegt VNV-woordvoerder Joost van Doesburg.
De regels zijn niet afdwingbaar en er zijn geen consequenties als je je er niet aan houdt.
"De enige toevoeging in het akkoord is dus dat landen verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van deze informatie. Het is echter maar de vraag of landen in conflict dit ook zullen doen. Aan het open houden van je luchtruim zijn namelijk grote politieke en commerciële belangen verbonden, zoals overvliegrechten. Bovendien is deze regelgeving niet afdwingbaar en er zijn geen consequenties aan verbonden als je het niet doet.”
Ook het verplicht bewaren van radarbeelden biedt volgens de VNV weinig soelaas. “In veel conflictgebieden zijn helemaal geen radarstations, zoals in Zuid-Sudan. Het bewaren van radarbeelden is effectief voor ongevallenonderzoek, maar dan is het dus eigenlijk al te laat”, aldus Van Doesburg.
Dreigingsinformatie
Volgens de VNV is het veel beter als landen de beschikbare dreigingsinformatie over het eigen luchtruim en dat van andere landen verplicht gaan uitwisselen, zowel met elkaar als met luchtvaartmaatschappijen.
Het kan dan gaan om informatie die afkomstig is van inlichtingendiensten. Deze afspraak is al wel vastgelegd in een nationaal akkoord, maar nog niet op internationaal niveau.
Vandaar dat de piloten het nieuwe akkoord hooguit zien als "een zeer voorzichtige stap naar een veiliger luchtruim".
